Einde inhoudsopgave
Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2018
Artikel 40
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2018
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Inwerkingtreding
12-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De producentenorganisatie kan voor de bepaling van de waarde van de afgezette productie in aanmerking nemen de waarde van de afgezette productie van leden die:
- a.
na de referentieperiode tot de producentenorganisatie zijn toegetreden, voor zover deze leden voldoen aan het vereiste van artikel 23, tweede lid, van verordening 2017/891; en
- b.
gedurende de referentieperiode,
- 1°
niet waren aangesloten bij een erkende producentenorganisatie; of
- 2°
waren aangesloten bij een producentenorganisatie waarvan de erkenning nadien is ingetrokken.
2.
De waarde van de afgezette productie van de leden, bedoeld in het eerste lid, wordt in aanmerking genomen bij de bepaling van de waarde afgezette productie van de producentenorganisatie indien het lid de producentenorganisatie:
- a.
een overzicht verstrekt van de waarden van de afgezette productie van de producten waarvoor de producent bij de producentenorganisatie is aangesloten;
- b.
een controleverklaring of rapportage naar aanleiding van een COS 4400 onderzoek van een extern accountant overlegt waarin wordt bevestigd dat de waarden die zijn opgegeven in het overzicht, bedoeld in onderdeel a:
- 1°
juist zijn;
- 2°
gerealiseerd zijn door de verkoop van producten waarvoor de producentenorganisatie is erkend;
- 3°
producten betreffen die voor eigen rekening en risico door de betreffende producent binnen het grondgebied van de Europese Unie zijn geproduceerd; en
- 4°
geen BTW en transportkosten bevatten; en
- c.
opgave doet van eerdere lidmaatschappen van producentenorganisaties in de afgelopen vijf jaar.