Beleidsregel Overgangsbeleid specifieke inzetbaarheid
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
20-08-2018, Stcrt. 2018, 51200 (uitgifte: 13-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-09-2018, terugwerkend tot: 01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-08-2018, Stcrt. 2018, 51200 (uitgifte: 13-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Organisatie
Beleidsregel van 20 augustus 2018
De korpschef van politie,
overwegende dat:
- −
Met het Besluit van 26 juni 2018, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) en enkele andere besluiten in verband met de introductie van de ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, met een specifieke inzetbaarheid (Stbl. 2018, 204), het mogelijk wordt om met ingang van 1 juli 2018, op functies, binnen door de minister van Justitie en Veiligheid aangewezen vakgebieden van het Landelijk Functiehuis Nederlandse Politie (LFNP), medewerkers aangesteld voor de uitvoering van de politietaak (hierna: executieven) met een specifieke inzetbaarheid te plaatsen.
- −
De minister van Justitie en Veiligheid in artikel 3a, van de Regeling vaststelling LFNP de functies binnen de vakgebieden Intelligence, Forensische Opsporing en Operationeel Specialismen heeft aangewezen als functies waarin executieven met een specifieke inzetbaarheid kunnen worden geplaatst.
- −
In het Georganiseerd Overleg Politie (GOP) van 1 februari 2018 overgangsafspraken zijn gemaakt voor medewerkers die op 1 juli 2018 een functie hebben binnen één van de op grond van artikel 3a, van de Regeling vaststelling LFNP aangewezen vakgebieden.
besluit dat:
de overgangsafspraken worden vastgelegd in deze beleidsregel ‘Overgangsbeleid in verband met de introductie van de aanstelling voor de uitvoering van de politietaak met specifieke inzetbaarheid’.