Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 320 [Salaris bewindvoerder]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
23-11-2022, Stb. 2022, 491 (uitgifte: 08-12-2022, kamerstukken: 36040)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2022, Stb. 2022, 492 (uitgifte: 08-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
1.
De rechtbank stelt het salaris van de bewindvoerder vast in het vonnis bedoeld in artikel 354, eerste lid.
2.
De rechter-commissaris kan op verzoek van de bewindvoerder tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling telkens voor een daarbij vast te stellen periode een voorschot op het salaris toekennen.
3.
Indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt beëindigd op de voet van artikel 350 of artikel 354a, stelt de rechtbank daarbij tevens het salaris vast.
4.
Eindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van het bepaalde in artikel 312, tweede lid, dan stelt de rechtbank het salaris vast zodra de uitspraak tot faillietverklaring in kracht van gewijsde is gegaan.
5.
In geval van akkoord wordt het salaris bij het vonnis van homologatie bepaald.
6.
Het salaris van de bewindvoerder wordt vastgesteld volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels. Overweegt de rechtbank om af te wijken van een voorstel van de bewindvoerder tot vaststelling van zijn salaris of stemt de rechter-commissaris niet met een dergelijk voorstel in, dan neemt de rechtbank geen beslissing als bedoeld in het eerste en derde tot en met vijfde lid dan nadat zij de bewindvoerder op een door haar nader te bepalen wijze en binnen een door haar te bepalen termijn in de gelegenheid heeft gesteld een zienswijze te geven.
7.
Het salaris van de bewindvoerder is schuld van de boedel en wordt bij voorrang voldaan boven alle andere schulden en boven een betaling bedoeld in artikel 295, vijfde lid. Het in de vorige volzin bepaalde is ook van toepassing op de verschotten en op de publicaties die ingevolge deze titel zijn voorgeschreven.
8.
De kosten van de ingevolge deze titel voorgeschreven publicaties die niet uit de boedel kunnen worden voldaan, en het salaris van deskundigen komen ten laste van de Staat. De griffier van de rechtbank waarbij de schuldenaar zijn verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend, draagt zorg voor de voldoening van het door de rechter die het eindsalaris van de bewindvoerder bepaalt, vast te stellen bedrag dat ten laste van de Staat komt.