De zaak van medeverdachte [medeverdachte] met zaaknummer 13/01362 hangt ook samen met de onderhavige zaak, maar in eerstgenoemde zaak is het cassatieberoep ingetrokken.
HR, 27-10-2015, nr. 13/01879 P
ECLI:NL:HR:2015:3164
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27-10-2015
- Zaaknummer
13/01879 P
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:3164, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑10‑2015; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1885, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2015:1885, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2015
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:3164, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2015-0475
Uitspraak 27‑10‑2015
Inhoudsindicatie
Profijtontneming. Betrokkene n-o in cassatieberoep, nu niet tijdig door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.
Partij(en)
27 oktober 2015
Strafkamer
nr. S 13/01879 P
ABO/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 5 april 2013, nummer 21/000133-11, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, in verbinding met art. 511h van het Wetboek van Strafvordering, zodat de betrokkene in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2015.
Conclusie 01‑09‑2015
Inhoudsindicatie
Profijtontneming. Betrokkene n-o in cassatieberoep, nu niet tijdig door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.
Nr. 13/01879P Zitting: 1 september 2015 | Mr. Bleichrodt Conclusie inzake: [betrokkene] |
1. Het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 5 april 2013 betrokkene ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 23.150,-.
2. Tegen deze uitspraak is namens verdachte cassatieberoep ingesteld. Deze zaak hangt samen met de strafzaak tegen de verdachte (zaaknummer 13/01878) en de zaak tegen de medeverdachte [medeverdachte] (zaaknummer 13/01923), waarin ik vandaag eveneens concludeer.1.
3. Op 11 maart 2014 is aan verdachte de aanzegging van art. 435 Sv betekend. De door het tweede lid van art. 437 Sv gestelde termijn van twee maanden liep af op 12 mei 2014. Een schriftuur houdende middelen van cassatie is niet binnengekomen.
4. Nu verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, kan zij ingevolge art. 437 lid 2 Sv niet in haar cassatieberoep worden ontvangen.
5. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 01‑09‑2015