Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 382 [Bevoegdheid kantonrechter]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Het titelopschrift is gewijzigd. Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Oorspronkelijk artikel vervallen.
- Bronpublicatie:
06-12-2001, Stb. 2001, 584 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27878)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Voor de kantonrechter worden vervolgd, rechtsgedingen inzake:
- a.
misdrijven, bedoeld in artikel 314 van het Wetboek van Strafrecht, voorzover de verdachte op het tijdstip waarop de vervolging tegen hem is aangevangen de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt;
- b.
overtredingen, met uitzondering van:
- 1°
overtredingen, bedoeld in de artikelen 447c, 447d, 465–467 en 468, onder 1°, van het Wetboek van Strafrecht;
- 2°
overtredingen inzake belastingen, tenzij het betreft een overtreding van voorschriften met betrekking tot parkeren als bedoeld in artikel 225 van de Gemeentewet;
- 3°
overtredingen, bedoeld in artikelen 10, eerste lid, en 11, eerste lid, van de Opiumwet;
- 4°
overtredingen, bedoeld in artikel 19 van de Wet afbreking zwangerschap;
- 5°
overtredingen, waarvan de kennisneming bij wet aan een andere rechter dan de kantonrechter is opgedragen;
- 6°
overtredingen, begaan door personen die op het tijdstip waarop de vervolging tegen hen is aangevangen de leeftijd van achttien jaren nog niet hebben bereikt, indien het feit samenhangt met een misdrijf of een overtreding als bedoeld onder 1° tot en met 5°.