Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen
Artikel 62
Geldend
Geldend vanaf 26-07-1974
- Bronpublicatie:
28-05-1970, Trb. 1971, 137 (uitgifte: 11-08-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-07-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-1987, Trb. 1987, 162 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Een Verdragsluitende Staat kan op ieder ogenblik door middel van een verklaring, gericht aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa, de wettelijke bepalingen aanwijzen die opgenomen moeten worden in de Bijlagen II en III van dit Verdrag.
2.
Wijziging van de nationale bepalingen, die zijn opgenomen in de Bijlagen II of III, moet worden medegedeeld aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa indien zij de gegevens, verschaft in deze Bijlagen, onjuist maakt.
3.
Wijzigingen die met toepassing van de voorafgaande leden zijn aangebracht in de Bijlagen II of III worden voor iedere Verdragsluitende Staat een maand na de datum van kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa van kracht.