RvdW 2019/1106
Telen van hennep en diefstal van elektriciteit door middel van verbreking (art. 311 lid 1.5 Sr) in door verdachte gehuurde woning. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat het verdachte is geweest die de hennepplanten in de door hem gehuurde woning heeft geteeld en de elektriciteit heeft weggenomen.
HR 08-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1460
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/02409
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1460, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:807, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2019
Essentie
Telen van hennep en diefstal van elektriciteit door middel van verbreking (art. 311 lid 1.5 Sr) in door verdachte gehuurde woning. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat het verdachte is geweest die de hennepplanten in de door hem gehuurde woning heeft geteeld en de elektriciteit heeft weggenomen.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/02409
Datum 8 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 mei 2018, nummer 20/002589-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.