Inhoudsopgave
FJR 2021/4.9:Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
FJR 2021/4.9
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
Documentgegevens:
HR 10-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1266
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2020
- Zaaknummer
19/04641
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1266, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:321, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2020
Essentie
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/04641
Datum 10 juli 2020
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder], wonende te [woonplaats], België,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
[de vader], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de vader,
advocaat: J. van Duijvendijk-Brand.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.