Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 64 [Duur van bewaring]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2005
- Bronpublicatie:
10-11-2004, Stb. 2004, 578 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29253)
- Inwerkingtreding
01-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2004, Stb. 2004, 639 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Het bevel tot bewaring is van kracht gedurende een door de rechter-commissaris te bepalen termijn van ten hoogste veertien dagen, welke ingaat op het ogenblik der tenuitvoerlegging.
2.
Zodra de rechter-commissaris of de officier van justitie van oordeel is, dat de gronden zijn vervallen waarop het bevel tot bewaring is verleend, gelast hij de invrijheidstelling van de verdachte.
3.
Tegen een beschikking van de rechter-commissaris tot invrijheidstelling van de verdachte op de voet van het tweede lid, staat voor de officier van justitie binnen veertien dagen daarna bij de rechtbank hoger beroep open.