Einde inhoudsopgave
Algemene Ouderdomswet
Artikel 38 [Vrijwillige verzekering voor ‘niet-verplicht verzekerde’]
Geldend
Geldend vanaf 17-12-2014. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 24-03-2014
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 502 (uitgifte: 16-12-2014, kamerstukken: 33928)
- Inwerkingtreding
17-12-2014, terugwerkend tot: 24-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2014, Stb. 2014, 503 (uitgifte: 16-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
1.
De verzekerde, die voorafgaand aan de verplichte verzekering niet eerder verplicht verzekerd is geweest, kan zich, zolang hij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, vrijwillig verzekeren vanaf de aanvangsleeftijd, over de achterliggende periode, waarin hij niet verplicht verzekerd is geweest, indien hij ten minste vijf jaar verplicht verzekerd is geweest ingevolge de artikelen 6 of 6a, en voor zover hij in die achterliggende periode niet onderworpen is geweest aan een buitenlandse wettelijk verplichte ouderdomsverzekering, die bij het bereiken van de daarin aangegeven leeftijd recht geeft op ouderdomspensioen.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt degene wiens verplichte verzekering voor het bereiken van de aanvangsleeftijd is beëindigd, geacht niet verplicht verzekerd te zijn geweest gedurende de periode voorafgaand aan het bereiken van de aanvangsleeftijd.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van het eerste lid nadere regels worden gesteld.