Procestaal: Tsjechisch.
HvJ EU, 18-04-2024, nr. C-133/23
ECLI:EU:C:2024:335
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
18-04-2024
- Magistraten
F. Biltgen, N. Wahl, M. L. Arastey Sahún
- Zaaknummer
C-133/23
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:EU:C:2024:335, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 18‑04‑2024
Uitspraak 18‑04‑2024
Inhoudsindicatie
Prejudiciële verwijzing — Belasting van energieproducten en elektriciteit — Richtlijn 2003/96/EG — Artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje — Begrip ‘mineralogische procedés’ — Elektriciteit die wordt gebruikt voor de aandrijving van machines voor de verwerking van uit steengroeven gewonnen kalksteen
F. Biltgen, N. Wahl, M. L. Arastey Sahún
Partij(en)
In zaak C-133/23,*
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Nejvyšší správní soud (hoogste bestuursrechter, Tsjechië) bij beslissing van 27 februari 2023, ingekomen bij het Hof op 6 maart 2023, in de procedure
Omya CZ s. r. o.
tegen
Generální ředitelství cel,
wijst
HET HOF (Zevende kamer),
samengesteld als volgt: F. Biltgen, kamerpresident, N. Wahl en M. L. Arastey Sahún (rapporteur), rechters,
advocaat-generaal: A. Rantos,
griffier: A. Calot Escobar,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
- —
de Tsjechische regering, vertegenwoordigd door L. Halajová, M. Smolek en J. Vláčil als gemachtigden,
- —
de Europese Commissie, vertegenwoordigd door A. Armenia en J. Hradil als gemachtigden,
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1
Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB 2003, L 283, blz. 51).
2
Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Omya CZ s. r. o. (hierna: ‘Omya’) en de Generální ředitelství cel (directoraat-generaal van de douane, Tsjechië) over de belasting op elektriciteit die Omya gebruikt voor het verwerken van gewonnen kalksteen.
Toepasselijke bepalingen
Unierecht
Richtlijn 2003/96
3
Artikel 2, lid 4, van richtlijn 2003/96 luidt als volgt:
‘Deze richtlijn is niet van toepassing op:
[…]
- b)
de volgende vormen van gebruik van energieproducten en elektriciteit:
[…]
- —
mineralogische procedés.
Onder ‘mineralogische procedés’ wordt verstaan de procedés die in verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap zijn ondergebracht onder code DI 26 ‘Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten’ van de NACE-nomenclatuur [(PB 1990, L 293, blz. 1)].
[…]’
Verordening nr. 1893/2006
4
Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische nomenclatuur van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB 2006, L 393, blz. 1), die overeenkomstig artikel 21, tweede alinea, ervan met ingang van 1 januari 2008 van toepassing is, bepaalt in artikel 1:
- ‘1.
Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijke statistische classificatie van economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, hierna ‘NACE Rev. 2’ genoemd, vastgesteld. Deze classificatie waarborgt dat communautaire classificaties relevant zijn voor de economische realiteit en vergroot de vergelijkbaarheid tussen de nationale, communautaire en internationale classificaties en vandaar tussen de nationale, communautaire en internationale statistieken.
- 2.
Deze verordening is alleen van toepassing op het gebruik van de classificatie voor statistische doeleinden.’
5
Artikel 5 van verordening 1893/2006 luidt als volgt:
‘De Commissie [van de Europese Gemeenschappen] draagt in samenwerking met de lidstaten zorg voor de verspreiding, het onderhoud en de bevordering van de NACE Rev. 2, met name door:
- a)
een toelichting op de NACE Rev. 2 op te stellen, bij te werken en te publiceren;
- b)
richtsnoeren voor de classificatie van statistische eenheden overeenkomstig de NACE Rev. 2 op te stellen en te publiceren;
- c)
correlatietabellen tussen de NACE Rev. 1.1 en de NACE Rev. 2 en tussen de NACE Rev. 2 en de NACE Rev. 1.1 te publiceren; en
- d)
te streven naar een betere samenhang met andere sociale en economische classificaties.’
6
Afdeling 8 (‘Overige winning van delfstoffen’) in sectie B (‘Winning van delfstoffen’) van de NACE Rev. 2 omvat een groep 08.1 (‘Winning van steen, zand en klei’), die klasse 08.11 (‘Winning van bouw- en siersteen, kalksteen, gips, krijt en leisteen’) omvat.
7
Afdeling 23 (‘Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten’) in sectie C (‘Industrie’) van de NACE Rev. 2 stemt overeen met code DI 26 van verordening nr. 3037/90 en omvat met name groep 23.7 (‘Houwen, bewerken en afwerken van natuursteen’), waartoe klasse 23.70 met de dezelfde titel behoort.
Verordening nr. 451/2008
8
Artikel 1, lid 1, van verordening (EG) nr. 451/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een nieuwe statistische classificatie van producten gekoppeld aan activiteiten (CPA) en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 3696/93 van de Raad (PB 2008, L 145, blz. 65) bepaalt:
‘Bij deze verordening wordt een nieuwe gemeenschappelijke [statistische classificatie van producten gekoppeld aan activiteiten (CPA)] in de Gemeenschap vastgesteld, teneinde de relevantie voor de economische realiteit en de vergelijkbaarheid tussen de nationale, communautaire en internationale classificaties en vandaar tussen de nationale, communautaire en internationale statistieken te waarborgen.’
9
De bijlage bij verordening nr. 451/2008 bevat de CPA.
Verordening nr. 1209/2014
10
Artikel 1 van verordening (EU) nr. 1209/2014 van de Commissie van 29 oktober 2014 tot wijziging van verordening nr. 451/2008 (PB 2014, L 336, blz. 1) bepaalt:
‘De bijlage bij verordening [nr. 451/2008] wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.’
11
De bijlage bij verordening nr. 1209/2014 bevat onder meer sectie C (‘Industrieproducten’), die afdeling 23 (‘Andere niet-metaalhoudende minerale producten’) omvat, waartoe groep 23.7 (‘Gehouwen, bewerkte en afgewerkte natuursteen’) behoort, waarin klasse 23.70 (‘Gehouwen, bewerkte en afgewerkte natuursteen’) is opgenomen, waarin categorie 23.70.1 (‘Gehouwen, bewerkte en afgewerkte natuursteen’) is opgenomen, waartoe subcategorie 23.70.11 [‘Marmer, travertijn en albast, bewerkt, en werken daarvan (met uitzondering van stenen voor bestrating, plaveien en trottoirbanden, en tegels, blokjes en dergelijke artikelen); korrels, splinters (scherven) en poeder, van marmer, travertijn en albast, kunstmatig gekleurd’] behoort.
Toelichtingen
12
Deel I van de NACE Rev. 2 Statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, gepubliceerd door Eurostat in zijn verzameling Methodologies and Working papers (hierna: ‘toelichtingen’), bevat onder meer de volgende inleidende richtsnoeren:
‘[…]
- 48.
Een eenheid kan een of meer economische activiteiten uitoefenen die onder een of meer categorieën van de NACE vallen.
- 49.
De hoofdactiviteit van een statistische eenheid is de activiteit die het meest bijdraagt tot de totale toegevoegde waarde van die eenheid. De hoofdactiviteit wordt vastgesteld aan de hand van de zogenoemde ‘top-down’-methode […] en vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs 50 % of meer van de totale toegevoegde waarde van de eenheid.
[…]
- 58.
Aan elke eenheid die in een statistisch register van ondernemingen […] is opgenomen, wordt één NACE-code toegekend op basis van de voornaamste economische activiteit. De hoofdactiviteit is die welke het meest bijdraagt tot de toegevoegde waarde van de eenheid. […]’
13
Deel IV van de toelichtingen vermeldt met betrekking tot de secties B en C onder meer:
‘Sectie B — Winning van delfstoffen
De winning van delfstoffen omvat de winning van mineralen die van nature voorkomen in vaste (steenkool en ertsen), vloeibare (aardolie) of gasvorm (aardgas). […]
De sectie omvat aanvullende bewerkingen voor de voorbereiding van grondstoffen voor de verkoop, bijvoorbeeld: vergruizen, vermalen, wassen, drogen, sorteren, concentreren van ertsen, vloeibaar maken van aardgas en briketteren van vaste brandstoffen. Deze bewerkingen worden vaak uitgevoerd door de eenheden die de grondstoffen op de locatie winnen en/of die in de buurt van de locatie zijn gevestigd.
[…]
Deze sectie omvat niet:
- —
de verwerking van gewonnen grondstoffen, zie sectie C (Industrie)
[…]
- —
het vergruizen, vermalen en het verrichten van andere bewerkingen ter voorbereiding van bepaalde aarde, gesteente en mineralen, wanneer deze bewerkingen geen verband houden met de winning, zie 23.9.
[…]
08. Overige winning van delfstoffen
Deze afdeling omvat naast de winning in steengroeven ook het baggeren van alluviale afzettingen, het vermalen van gesteente of de exploitatie van zoutpannen. De producten worden met name gebruikt voor de bouw (zand, stenen, enz.), de vervaardiging van bouwmaterialen (klei, gips, calcium, enz.), de vervaardiging van chemicaliën, enz.
Deze afdeling omvat (behoudens het vergruizen, vermalen, snijden, wassen, drogen, sorteren en mengen) niet de verwerking van de gewonnen mineralen.
[…]
Sectie C Industrie
Deze sectie heeft betrekking op de fysische of chemische verwerking van materialen, stoffen of componenten tot nieuwe producten, hoewel dit criterium alleen niet voldoende is om de verwerkende industrie te definiëren (zie hieronder de opmerking over de recycling van afval). De getransformeerde materialen, stoffen of componenten zijn grondstoffen die voortkomen uit de landbouw, bosbouw, visserij of de winning van delfstoffen, alsmede producten van andere industriële verwerkende activiteiten. Wezenlijke wijziging, renovatie of reconstructie van goederen worden over het algemeen beschouwd als verwerkende activiteiten.
Het product dat het resultaat is van een verwerking kan een eindproduct zijn in de zin dat het klaar is om te worden gebruikt of verbruikt, of kan een halffabricaat zijn in de zin dat het deel uitmaakt van de samenstelling van een andere vervaardiging. […]
[…]
Opmerking: […] In het algemeen bestaat de verwerkende activiteit in de verwerking van materialen tot nieuwe producten. Het resultaat van de productie is een nieuw product. […]
[…]
[…] er zijn activiteiten die, hoewel er soms sprake is van verwerkingsprocessen, in een andere NACE-sectie zijn ingedeeld (en dus niet als verwerkende activiteit worden beschouwd). […]
[…]
23. Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten
Deze afdeling omvat verschillende verwerkende activiteiten die verband houden met één enkele stof van minerale oorsprong. […] Ten slotte vermeldt deze afdeling ook de bewerking van steen en andere minerale producten.
[…]’
Tsjechisch recht
14
Krachtens § 8, lid 2, onder f), van afdeling 47 van zákon č. 261/2007 Sb., o stabilizaci veřejných rozpočtă (wet nr. 261/2007 betreffende de stabilisatie van de overheidsbegrotingen; hierna: ‘wet nr. 261/2007’) is elektriciteit die bestemd is om te worden gebruikt of die wordt gebruikt voor mineralogische procedés, vrijgesteld van belasting.
15
Volgens § 2, lid 1, onder g), van afdeling 47 van wet nr. 261/2007, wordt onder ‘mineralogisch procedé’ verstaan, elk procedé dat in de NACE-classificatie is ingedeeld onder code C 23, met als opschrift ‘Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten’.
16
Volgens §2, lid 1, onder e), van afdeling 47 van wet nr. 261/2007 wordt onder ‘NACE-classificatie’ de classificatie van economische activiteiten in verordening nr. 1893/2006 verstaan.
Hoofdgeding en prejudiciële vraag
17
Omya is een handelsvennootschap naar Tsjechisch recht die zich bezighoudt met het winnen en verwerken van kalksteen, meer in het bijzonder van marmer. In dit verband zorgt zij voor de opening, voorbereiding en winning van een uitsluitend uit kalksteen bestaande laag in een steengroeve, waar zij de gewonnen kalksteen voorbreekt en sorteert. Dat materiaal wordt vervolgens per vrachtwagen vervoerd naar de verwerkingsinstallaties die verzoekster in de nabijheid van die steengroeve exploiteert en waar de gewonnen kalksteen wordt bewerkt om korrels van een bepaalde grootte te verkrijgen. Dat materiaal wordt met name eerst gewassen, gescheiden in fijne en grove fracties en daarna gedroogd. Vervolgens wordt de kalksteen vergruisd of droog vermalen tot kalksteenkorrels of, preciezer gezegd, fijne en grove kalksteenvulstoffen of fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak. Om de voornoemde vulstoffen te verkrijgen gebruikt Omya een elektrisch verwarmingstoestel dat ‘hete lucht verwarmt’, waarin de fijne kalksteenvulstof wordt gemengd met stearine.
18
Op 11 juli 2019 heeft Omya op grond van § 8, lid 2, onder f), van afdeling 47 van wet nr. 261/2007 een verzoek ingediend tot afgifte van een vergunning voor de aankoop van elektriciteit met vrijstelling van de in de Tsjechische regeling bedoelde elektriciteitsbelasting, met het oog op het gebruik ervan in mineralogische procedés. In dit verband heeft zij erop gewezen dat zowel de in de steengroeve uitgevoerde bewerkingen voor het voorafgaandelijk vergruizen en sorteren als de in de verwerkingsinstallaties verrichte handelingen, mineralogische procedés vormden.
19
Het Celní úřad pro Olomoucký kraj (douanekantoor van de regio Olomouc, Tsjechië) heeft dit verzoek afgewezen op grond dat de activiteiten waarvoor Omya om vrijstelling van de elektriciteitsbelasting had verzocht niet onder sectie C (‘Industrie’), afdeling 23 (‘Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten’), van de NACE Rev. 2 vielen, maar onder sectie B (‘Winning van delfstoffen’), meer bepaald afdeling 08 (‘Overige winning van delfstoffen’), groep 08.1 (‘Winning van steen, zand en klei’) klasse 08.11 (‘Winning van bouw- en siersteen, kalksteen, gips, krijt en leisteen’), van die classificatie.
20
Bij de behandeling van een door Omya ingesteld bezwaar tegen het besluit van het douanekantoor van de regio Olomouc, heeft het directoraat-generaal van de douane dat besluit bevestigd, hoewel het erkende dat de in casu genoemde situatie een grensgeval was. Het douanekantoor verklaarde dat het vermalen en vergruizen van stenen, wanneer dit een ondersteunende activiteit vormt bij de winning ervan — bijvoorbeeld om de stenen te sorteren, de kwaliteit ervan te verbeteren of het vervoer ervan te vergemakkelijken — onder sectie B van de NACE Rev. 2 valt. Wanneer het vermalen en vergruizen daarentegen geen dergelijke ondersteunende activiteit vormt en deel uitmaakt van het fabricageproces van een ander eindproduct, zoals met name cement of gips, valt het onder sectie C van die classificatie. Volgens het directoraat-generaal Douane houdt het drogen, vermalen en vergruizen door Omya echter rechtstreeks verband met de winning van kalksteen. De gewonnen grondstof wordt niet op een zodanig ingrijpende manier verwerkt dat er een nieuw product wordt vervaardigd.
21
Omya heeft tegen het besluit van het directoraat-generaal van de douane beroep ingesteld bij de Krajský soud v Ostravě — pobočka v Olomouci (rechter in eerste aanleg Ostrava — afdeling Olomouc, Tsjechië), die dat besluit nietig heeft verklaard omdat de betrokken activiteit een mineralogisch procedé vormde. In dit verband heeft die rechter op basis van de Tsjechische versie van de toelichtingen geoordeeld dat de activiteit bestaande in de vervaardiging van marmervulstoffen en -splinters valt onder sectie C (‘Industrie’), afdeling 23 (‘Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten’), klasse 23.70 (‘Houwen, bewerken en afwerken van natuursteen’, met inbegrip van niet-uitbestede handelingen), van de NACE Rev. 2, aangezien een dergelijke activiteit niet louter een ondersteunende activiteit is die rechtstreeks verband houdt met de winning van kalksteen op zich.
22
Volgens de Krajský soud v Ostravě — pobočka v Olomouci wordt die beoordeling ondersteund door de Tsjechische statistische classificatie CZ-CPA, die gebaseerd is op verordening nr. 1209/2014 en die verband houdt met de Tsjechische versie van de NACE Rev. 2. De producten die het resultaat zijn van de door Omya uitgevoerde activiteiten, met name marmerpoeder (vulstoffen) en marmersplinters (korrels), worden in de Tsjechische statistische classificatie CZ-CPA namelijk ingedeeld in afdeling C, (‘Industrieproducten’), afdeling 23 (‘Overige niet-metaalhoudende minerale producten, inclusief ondersteunende diensten en werken’), klasse 23.70, (‘Gehouwen, bewerkte en afgewerkte natuursteen’), als producten van de onder punt 23.70.11 [‘Marmer, travertijn en albast, bewerkt, en werken daarvan (met uitzondering van stenen voor bestrating, plaveien en trottoirbanden, en tegels, blokjes en dergelijke artikelen); korrels, splinters (scherven) en poeder, van marmer, travertijn en albast, kunstmatig gekleurd’] vallende activiteit.
23
Het directoraat-generaal van de douane heeft tegen het arrest van de Krajský soud v Ostravě — pobočka v Olomouci hogere voorziening ingesteld bij de Nejvyšší správní soud (hoogste bestuursrechter, Tsjechië), de verwijzende rechter, waarin het zijn standpunt en zijn aanvankelijke conclusies handhaaft. Volgens het directoraat-generaal van de douane stroken die conclusies met de methode die voor de NACE Rev. 2 is gevolgd, namelijk de zogenoemde ‘top-down’-methode. Het vergruizen, vermalen, wassen en drogen van stenen vormt in wezen altijd een ondersteunende activiteit bij de winning ervan en komen in die classificatie nooit voor als activiteiten die volledig losstaan van een dergelijke winning. De CPA-indeling kan deze uitlegging geenszins wijzigen. Tot slot benadrukt het directoraat-generaal van de douane dat in het onderhavige geval de elektriciteit niet rechtstreeks deel uitmaakt van het mineralogische procedé, maar dat zij uitsluitend wordt gebruikt om apparatuur aan te drijven die noodzakelijk is voor de mechanische behandeling van de gewonnen kalksteen, zonder dat deze verder wordt verwerkt. Bijgevolg kan de activiteit van Omya niet leiden tot een belastingvrijstelling voor de elektriciteit die door die vennootschap wordt gebruikt.
24
In die omstandigheden heeft de Nejvyšší správní soud de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag:
‘Moet artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96/EG aldus worden uitgelegd dat elektriciteit die wordt gebruikt voor de aandrijving van machines voor het verwerken van gewonnen kalksteen, waarbij deze kalksteen zowel in de steengroeve waar de winning plaatsvindt als in nabijgelegen verwerkingsinstallaties in verschillende stadia wordt vermalen en vergruisd tot korrels van een bepaalde grootte, moet worden aangemerkt als elektriciteit die wordt gebruikt voor mineralogische procedés?’
Beantwoording van de prejudiciële vraag
25
Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 aldus moet worden uitgelegd dat het gebruik van elektriciteit voor de aandrijving van machines die worden ingezet voor de verwerking van uit een steengroeve gewonnen kalksteen die in verschillende stadia wordt vermalen en vergruisd tot fijne en grove kalksteenvulstoffen of fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak, moet worden aangemerkt als gebruik van elektriciteit ten behoeve van mineralogische procedés.
26
Dienaangaande zij er om te beginnen aan herinnerd dat artikel 2, lid 4, onder b), van richtlijn 2003/96 een reeks energieproducten en elektriciteit die voor daarin vermelde doeleinden worden gebruikt, aan de werkingssfeer ervan onttrekt. Energieproducten en elektriciteit die onder deze bepaling vallen, zijn dus niet onderworpen aan belasting krachtens deze richtlijn (arrest van 7 september 2017, Hüttenwerke Krupp Mannesmann, C-465/15, EU:C:2017:640, punt 19), hetgeen betekent dat de lidstaten bevoegd zijn om deze, met inachtneming van het Unierecht, te belasten (zie in die zin arrest van 2 oktober 2014, X, C-426/12, EU:C:2014:2247, punt 30 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
27
Krachtens artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 valt het gebruik van elektriciteit voor mineralogische procedés buiten de werkingssfeer van deze richtlijn.
28
Om gebruik van elektriciteit volgens deze bepaling van de werkingssfeer van die richtlijn uit te sluiten, moet zij, ten eerste, in het kader van een ‘mineralogisch procedé’ in de zin van die bepaling worden gebruikt en, ten tweede, voor de toepassing van diezelfde bepaling voldoende verband houden met dat procedé.
29
Derhalve dienen deze twee voorwaarden te worden onderzocht om de gegevens voor de uitlegging van het Unierecht te verstrekken aan de hand waarvan de verwijzende rechter kan nagaan of aan deze voorwaarden is voldaan met betrekking tot de elektriciteit die wordt gebruikt voor de aandrijving van de machines die voor de in het hoofdgeding aan de orde zijnde handelingen van het vergruizen en vermalen worden ingezet.
Voorwaarde inzake het bestaan van een ‘mineralogisch procedé’ in de zin van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96
30
In de eerste plaats definieert artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 ‘mineralogische procedés’ als procedés die in verordening nr. 3037/90 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE) zijn ondergebracht onder code DI 26 ‘Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten’.
31
Na het bijwerken van die nomenclatuur bij verordening nr. 1893/2006 en gelet op de datum van de feiten in het hoofdgeding, moet worden verwezen naar het begrip ‘mineralogische procedés’ in artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96, dat in die zin moet worden opgevat dat het betrekking heeft op de procedés die zijn ingedeeld in sectie C (‘Industrie’), afdeling 23 (‘Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten’) van de bij die verordening vastgestelde NACE Rev. 2.
32
Uit de bewoordingen zelf van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 blijkt dus dat de indeling van een procedé als ‘mineralogisch procedé’ in de zin van deze bepaling uitsluitend afhangt van de classificatie van de economische activiteit waarbij het procedé in afdeling 23 van sectie C van de NACE Rev. 2 wordt gebruikt.
33
Hieruit volgt dat alleen die classificatie relevant is voor een dergelijke kwalificatie, aangezien hiervoor geen enkele andere nomenclatuur of classificatie, zoals met name de CPA-classificatie, relevant is.
34
In de tweede plaats moeten de toelichtingen in aanmerking worden genomen om na te gaan of een activiteit onder afdeling 23 van sectie C van de NACE Rev. 2-classificatie valt.
35
Het is namelijk belangrijk op te merken dat de NACE Rev. 2 een onderdeel is van wetgeving van de Unie die het gebruik van die classificatie in alle lidstaten verplicht stelt. Om een dergelijk gebruik te vergemakkelijken, moet de Commissie in dit verband volgens artikel 5 van verordening nr. 1893/2006 zorg dragen voor de verspreiding, het onderhoud en de bevordering van die classificatie, met name door toelichtingen daarop te publiceren.
36
Toelichtingen zoals die bij de NACE Rev. 2 hebben als zodanig weliswaar geen bindende kracht, maar dat neemt niet weg dat zij nuttige gegevens voor de uitlegging van de bepalingen van die classificatie opleveren, met name wanneer zij duidelijkheid verschaffen over de uitlegging ervan of wanneer zij bedoeld zijn om dwingende bepalingen van Unierecht te preciseren [zie naar analogie arrest van 7 juli 2022, PH (Regionaal verbod op de teelt van GGO's), C-24/21, EU:C:2022:526, punt 51 en aldaar aangehaalde rechtspraak].
37
In de derde plaats, wat betreft de classificatie van de bewerkingen van het vergruizen en vermalen in de NACE Rev. 2, blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat deze twee handelingen essentieel zijn voor het bewerken van het gesteente om korrels met een fijnere korrelgrootte te produceren. Zij beogen het gewonnen gesteente te fragmenteren om dit te verkleinen en elementen of deeltjes van een kleinere omvang en een bepaalde korrelgrootte te verkrijgen, die als zodanig, of, rekening houdend met hun korrelgrootte, in de handel kunnen worden gebracht met het oog op hun eventuele verdere verwerking.
38
Uit de aanwijzingen bij sectie C (‘Industrie’) in de toelichtingen, volgt dat een productieactiviteit zich onderscheidt van de andere activiteiten die onder de andere rubrieken van deze nomenclatuur vallen, doordat er sprake is van een fysische of chemische verwerking van materialen tot nieuwe producten, waarbij het zowel kan gaan om eindproducten, dat wil zeggen producten die klaar zijn om te worden gebruikt of verbruikt, als om halffabricaten, dat wil zeggen producten die deel uitmaken van de samenstelling van een ander product. Bovendien omvat afdeling 23 (‘Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten’), volgens de toelichtingen, het bewerken van steen en andere minerale producten.
39
Gelet op het feit dat het vergruizen en vermalen tot de fysische verwerking van het gewonnen materiaal leidt, zodat dit materiaal uiteindelijk in kleine blokken wordt verdeeld, wordt elke handeling waarbij stenen of andere minerale producten worden vergruisd of vermalen, geacht onder afdeling 23 van sectie C van de NACE Rev. 2 te vallen.
40
Volgens de aanwijzingen bij sectie B (‘Winning van delfstoffen’) in de toelichtingen, vallen de aanvullende bewerkingen die ertoe strekken grondstoffen voor te bereiden voor de verkoop, zoals onder andere het vergruizen, vermalen, wassen, drogen en sorteren, evenwel onder deze sectie, die echter geen betrekking heeft op met name het vergruizen, vermalen en de andere bewerkingen ter voorbereiding van bepaalde aarde, gesteente en mineralen, wanneer deze bewerkingen geen verband houden met de winning. Voorts wordt in de toelichtingen gepreciseerd dat afdeling 08 van sectie B niet de verwerking van de gewonnen minerale producten omvat (behalve vergruizen, vermalen, snoeien, reinigen, drogen, sorteren en mengen).
41
Hieruit volgt dat — zoals overigens blijkt uit de bewoordingen van de toelichtingen — hoewel de bewerkingen van het vergruizen en vermalen weliswaar de verwerking van de gewonnen stoffen met zich brengen, deze bewerkingen niet onder sectie C maar onder sectie B van die nomenclatuur vallen wanneer zij erop gericht zijn deze stoffen voor te bereiden voor de verkoop, zodat zij bewerkingen vormen die met de winning verband houden.
42
In het licht van de aanwijzingen bij secties B en C in de toelichtingen, moet dus worden gesteld dat de handelingen van het vergruizen en vermalen waardoor de gewonnen stof niet ingrijpend wordt bewerkt — dat wil zeggen geen fysische of chemische verandering ondergaat die verder gaat dan het in stukken verdelen van die stof om de omvang ervan te verkleinen —, moeten worden beschouwd als handelingen die verband houden met de winning om de onbewerkte stof voor te bereiden met het oog op de verkoop ervan, en daarom onder sectie B van de NACE Rev. 2 vallen. Daarentegen moeten de handelingen van het vergruizen en vermalen die de gewonnen stof wel ingrijpende fysisch of chemisch wijzigen, in de aangegeven betekenis worden beschouwd als handelingen die deze stof tot een nieuw product verwerken en daarom onder sectie C van de genoemde classificatie vallen.
43
Het feit dat de handelingen van het vergruizen en het vermalen van de gewonnen stof in de steengroeve of op een andere plaats wordt uitgevoerd, is op zich niet doorslaggevend voor de indeling van die bewerkingen in sectie B of sectie C van de NACE Rev. 2, omdat alleen rekening moet worden gehouden met de aard van die handelingen, zoals blijkt uit de aanwijzingen bij die secties in de toelichtingen.
44
In casu heeft Omya verzocht om afgifte van een vergunning voor de aankoop van elektriciteit met vrijstelling van elektriciteitsbelasting voor al haar activiteiten in verband met het bewerken van gewonnen kalksteen, met name, ten eerste, de bewerkingen voor het voorbreken en vermalen van de gewonnen kalksteen in de steengroeve zelf, en, ten tweede, de bewerkingen van het vergruizen en droog vermalen om korrels van een bepaalde omvang te verkrijgen, namelijk fijne en grove kalksteenvulstoffen of fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak, verricht in de verwerkingsinstallaties die zij exploiteert.
45
Aangezien alle bewerkingen voor het voorbreken en vermalen die in de steengroeve worden uitgevoerd alsmede de bewerkingen van vergruizen en droogmalen die in de verwerkingsinstallaties worden uitgevoerd om fijne en grove kalksteenvulstoffen te verkrijgen, enkel tot gevolg hebben dat de gewonnen kalksteen in stukken wordt opgedeeld, houden deze bewerkingen, onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter, geen zodanige ingrijpende verwerking van die kalksteen — in de zin van punt 42 van het onderhavige arrest — in, zodat zij moeten worden beschouwd als handelingen die verband houden met de winning en dus onder sectie B van de NACE Rev. 2 vallen.
46
Ten tweede, wat betreft de handelingen van vergruizen en vermalen met het oog op het verkrijgen van fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak, blijkt uit het verzoek om een prejudiciële beslissing dat dergelijke vulstoffen met name worden verkregen door fijne kalksteenvulstoffen te mengen met stearine. Het lijkt er dus op dat deze handelingen zich niet beperken tot het louter fragmenteren van de gewonnen kalksteen tot kleine stukjes, maar een wezenlijke wijziging van die kalksteen inhouden, wat resulteert in de vervaardiging, uit fijne kalksteenvulstoffen, van een nieuw product. Bijgevolg moeten deze bewerkingen, onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter, worden geacht onder sectie C van de NACE Rev. 2 te vallen en onder afdeling 23 van deze sectie te worden ingedeeld.
47
In de vierde en laatste plaats, voor zover — zoals blijkt uit het verzoek om een prejudiciële beslissing — het directoraat-generaal van de douane in het hoofdgeding in wezen heeft aangevoerd dat de indeling van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde handelingen van vergruizen en vermalen in sectie C van de NACE Rev. 2 niet in overeenstemming zou zijn met de methode van deze classificatie, namelijk de ‘top down’-methode, moet erop worden gewezen dat — zoals de Commissie heeft opgemerkt — de toepassing van die methode niet relevant is voor de indeling van een procedé als ‘mineralogisch procedé’ in de zin van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96.
48
Zoals blijkt uit de inleidende richtsnoeren in deel I van de toelichtingen, is elke eenheid waarvan de naam voorkomt in een voor statistische doeleinden gehouden register van onderneming gekoppeld aan een code uit de NACE Rev. 2 die overeenkomt met haar hoofdactiviteit, met name de activiteit die het meest bijdraagt tot de toegevoegde waarde van de eenheid. In dit verband maakt de zogenoemde ‘top-down’-methode het mogelijk om voor de toepassing van verordening nr. 1893/2006, namelijk overeenkomstig artikel 1, lid 2, daarvan, voor statistische doeleinden de indeling te bepalen van een eenheid die meerdere activiteiten verricht die overeenkomen met meer dan twee verschillende rubrieken van die nomenclatuur, wanneer geen van die rubrieken meer dan 50 % van de toegevoegde waarde vertegenwoordigt.
49
Artikel 2, lid 4, van richtlijn 2003/96 heeft tot doel de werkingssfeer van deze richtlijn af te bakenen door de in punt b) van die bepaling bedoelde vormen van gebruik van energieproducten en elektriciteit van die werkingssfeer uit te sluiten.
50
In dit verband wijst niets in deze richtlijn erop dat de Uniewetgever, toen hij in artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van deze richtlijn de elektriciteit die wordt gebruikt bij mineralogische procedés, te weten de procedés die zijn ingedeeld in afdeling 23 van sectie C van de NACE Rev. 2, van de werkingssfeer van die richtlijn heeft uitgesloten, die uitsluiting heeft willen beperken tot de gevallen waarin de procedés waarmee het gebruik van elektriciteit verband houdt de enige activiteit van een vennootschap vormen of, in het geval van een vennootschap die meerdere activiteiten uitoefent, de hoofdactiviteit van deze laatste vormen, zoals bepaald voor de toepassing van verordening nr. 1893/2006.
51
Een dergelijke beperking zou overigens in strijd zijn met het doel van richtlijn 2003/96, namelijk, zoals het Hof reeds heeft vastgesteld, het bevorderen van de goede werking van de interne energiemarkt door met name concurrentieverstoringen te voorkomen (arrest van 22 juni 2023, Endesa Generación, C-833/21, EU:C:2023:516, punt 30 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
52
Indien de werkingssfeer van richtlijn 2003/96 werd beperkt onder verwijzing naar de hoofdactiviteit van een onderneming, zoals vastgesteld voor de toepassing van verordening nr. 1893/2006, zouden ondernemingen die meerdere onder verschillende rubrieken van de NACE Rev. 2 vallende activiteiten uitoefenen, waarvan sommige onder afdeling 23 van afdeling C van deze classificatie vallen, wegens de in het kader van laatstgenoemde activiteiten gebruikte elektriciteit namelijk worden belast op een wijze die afhangt van de structuur en de samenstelling van hun activiteiten.
53
Bijgevolg kan het gebruik van elektriciteit door eenzelfde onderneming, om een of meer activiteiten uit te oefenen die vallen onder afdeling 23 van sectie C van de NACE Rev. 2, van de werkingssfeer van richtlijn 2003/96 worden uitgesloten, ongeacht of deze activiteiten voor de toepassing van verordening nr. 1893/2006 de hoofdactiviteit dan wel een nevenactiviteit van die onderneming vormen.
54
Uit het voorgaande volgt dat de handelingen van vergruizen en vermalen met het doel fijne en grove kalksteenvulstoffen te verkrijgen geen ‘mineralogische procedés’ in de zin van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 vormen, zodat de in het kader van deze handelingen gebruikte elektriciteit niet van de werkingssfeer van deze richtlijn is uitgesloten. De handelingen van vergruizen of vermalen met het doel fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak te verkrijgen, vormen daarentegen wel dergelijke procedés, zodat de in het kader van laatstgenoemde handelingen gebruikte elektriciteit van de werkingssfeer van die richtlijn kan worden uitgesloten.
Voorwaarde inzake het bestaan van een voldoende verband tussen de gebruikte elektriciteit en het mineralogisch procedé voor de toepassing van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96
55
Zoals in punt 28 van het onderhavige arrest is opgemerkt, kan het gebruik van elektriciteit slechts krachtens artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 van de werkingssfeer van deze richtlijn worden uitgesloten indien er een voldoende verband bestaat tussen dat gebruik en de betrokken mineralogische procedés die de toepassing van deze bepaling rechtvaardigen.
56
Een verwijderd verband tussen elektriciteitsverbruik en een ‘mineralogisch procedé’ in de zin van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 volstaat namelijk niet om dat verbruik onder de werkingssfeer van deze bepaling te brengen, evenmin als het verbruik van elektriciteit dat niet is vereist om het mineralogisch procedé tot een goed einde te brengen (zie naar analogie arrest van 7 september 2017, Hüttenwerke Krupp Mannesmann, C-465/15, EU:C:2017:640, punt 21).
57
In casu blijkt uit het verzoek om een prejudiciële beslissing dat het fabricageproces van fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak, dat — zoals in punt 54 van het onderhavige arrest is vastgesteld — een ‘mineralogisch procedé’ in de zin van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 vormt, bestaat in het mengen van fijne kalksteenvulstoffen en stearine in hete lucht.
58
Derhalve bestaat er een rechtstreeks en nauw verband tussen dit proces en de elektriciteit die wordt gebruikt voor de voeding van het elektrische verwarmingstoestel dat wordt aangewend om de lucht op te warmen.
59
Bijgevolg vormt de elektriciteit die wordt gebruikt om dat toestel te voeden gebruik van elektriciteit ten behoeve van een mineralogisch procedé in de zin van artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96, zodat het gebruik van deze elektriciteit overeenkomstig deze richtlijn niet wordt belast.
60
Gelet op een en ander dient op de gestelde vraag te worden geantwoord dat artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96 aldus moet worden uitgelegd dat het gebruik van elektriciteit voor de aandrijving van machines die worden ingezet voor de verwerking van uit een steengroeve gewonnen kalksteen die in verschillende stadia wordt vermalen en vergruisd tot fijne en grove kalksteenvulstoffen, niet wordt aangemerkt als gebruik van elektriciteit ten behoeve van mineralogische procedés. Het gebruik van elektriciteit voor de aandrijving van machines die worden ingezet voor de productie van fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak, wordt daarentegen wel aangemerkt als gebruik van elektriciteit ten behoeve van dergelijke procedés.
Kosten
61
Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het Hof (Zevende kamer) verklaart voor recht:
Artikel 2, lid 4, onder b), vijfde streepje, van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit
moet aldus worden uitgelegd dat
het gebruik van elektriciteit voor de aandrijving van machines die worden ingezet voor de verwerking van uit een steengroeve gewonnen kalksteen die in verschillende stadia wordt vermalen en vergruisd tot fijne en grove kalksteenvulstoffen, niet wordt aangemerkt als gebruik van elektriciteit ten behoeve van mineralogische procedés. Het gebruik van elektriciteit voor de aandrijving van machines die worden ingezet voor de productie van fijne kalksteenvulstoffen met een behandeld oppervlak, wordt daarentegen wel aangemerkt als gebruik van elektriciteit ten behoeve van dergelijke procedés.
ondertekeningen
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 18‑04‑2024