Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 28 [Stemverbod raadsleden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
13-10-2022, Stb. 2022, 444 (uitgifte: 10-11-2022, kamerstukken: 35546)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2022, Stb. 2022, 504 (uitgifte: 16-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Een lid van de raad neemt niet deel aan de beraadslaging en stemming over:
- a.
een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;
- b.
de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort.
2.
Op de beraadslaging en stemming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
3.
Bij een schriftelijke stemming wordt onder het deelnemen aan de stemming verstaan het inleveren van een stembriefje.
4.
Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.
5.
Het eerste lid is niet van toepassing bij het besluit betreffende de toelating van de na periodieke verkiezing benoemde leden.