V-N 2018/18.7
Bestuursorganen moeten voorzichtig omgaan met uitzondering op hoorplicht
Hof Amsterdam 12-12-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5174, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
12 december 2017
- Magistraten
Hummel, Bijlsma, Van Brummelen
- Zaaknummer
17/00164
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928637:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2017:5174, Uitspraak, Hof Amsterdam, 12‑12‑2017
- Wetingang
art. 25 lid 1 AWR; art. 7:2 lid 1 en art. 7:3 lid d Awb
Essentie
Hof Amsterdam oordeelt dat bestuursorganen niet lichtvaardig gebruik mogen maken van de mogelijkheid om horen achterwege te laten met toepassing van art. 7:3 letter d Awb.
Samenvatting
Belanghebbende, X, een vennootschap onder firma, maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete- en heffingsrentebeschikkingen en verzoekt in haar bezwaar om te worden gehoord. De inspecteur stelt X in een brief op de hoogte van zijn voornemen het bezwaar af te wijzen en vraagt X of zij nog gebruik wil maken van haar hoorrecht. Als de inspecteur geen reactie krijgt, doet hij het bezwaar af zonder X te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.