NJB 2016/2010
Tegenwerping relativiteitsvereiste aan appellant die zich beroept op schending van provinciale normen die strekken tot bescherming van stiltegebieden, maar die (net) buiten het stiltegebied woont
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
5 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. Polak, Hoekstra en Schueler
- Zaaknummer
201508368/1/R2
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieuprivaatrecht
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Milieurecht / Geluid en trillingen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:2654, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 05‑10‑2016
- Wetingang
(art. 8:69a Awb; art. 4.19 Provinciale Ruimtelijke Verordening Utrecht 2013; art. 26, 27 Provinciale milieuverordening Utrecht 2013)
Essentie
Tegenwerping relativiteitsvereiste aan appellant die zich beroept op schending van provinciale normen die strekken tot bescherming van stiltegebieden, maar die (net) buiten het stiltegebied woont
Partij(en)
Tussenuitspraak met toepassing van art. 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen: [appellant A] en [appellante B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te Benschop, gemeente Lopik, en de raad van de gemeente Lopik, verweerder
Uitspraak
Procesverloop
Bij besluit van 1 september 2015 heeft de raad het bestemmingsplan ‘Benedeneind ZZ tussen 283 en 285’ vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld. ...