RVR 2018/63:Samenwerkingsovereenkomst. Is de vordering tot nakoming van een reciprociteitsbepaling uit hoofde van een samenwerkingsovereenkomst een vordering die verjaart vijf jaar na opeisbaarheid (artikel 3:307 lid 1 BW) of twintig jaar na aanvang van de dag, volgende op die waartegen de opeising op zijn vroegst mogelijk was (artikel 3:307 lid 2 BW)?