Wijzigingswet Boek 7 Burgerlijk wetboek, enz. (Flexibiliteit en zekerheid)
Artikel XVI
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2006
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 647 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30614)
- Inwerkingtreding
20-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2006, Stb. 2006, 648 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
2.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt na 2 jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na 4 jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de wijze waarop de Centrale organisatie werk en inkomen, bedoeld in artikel 2 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen de bevoegdheid tot het verlenen van toestemming voor de opzegging van de arbeidsverhouding, bedoeld in artikel II, onderdeel B, heeft uitgevoerd.