NJ 1928, p. 324
Rechtskarakter van de ceel aan toonder. Verplichting van het Veem tegenover, den bona-fide-houder der ceel wanneer het in bewaring gegevene niet is hetgeen in de ceel is vermeld. Schadevergoeding aan houder-pandcredlteur.
HR 13-01-1928, ECLI:NL:HR:1928:315, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 1928
- Magistraten
Mrs. Bosch, Segers, Kosters, van Gelein Vitringa, Polak.
- Zaaknummer
[13011928/NJ_1928,_p._324]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS101697:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1928:315, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑1928
- Wetingang
(BW art. 667, 1200, 1751, 1733-1766.)
Essentie
Rechtskarakter van de ceel aan toonder. Verplichting van het Veem tegenover, den bona-fide-houder der ceel wanneer het in bewaring gegevene niet is hetgeen in de ceel is vermeld. Schadevergoeding aan houder-pandcredlteur.
Samenvatting
De uitgever van toonder-papier, als de onderhavige door het Veem afgegeven eed, is, uit kracht dier uitgifte verplicht de in dat geschrift vermelde goederen, ten deze 102 blokken tin van het aangegeven gewicht, aan iederen te goeder trouw zijnden houder van de eed, hetzij deze houder-eigenaar dan wel, gelijk i. c. houder-panderediteur is, uit te leveren.
Deze opvatting is niet met het verbod van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.