JWB 2001/278
invordering, bestuurdersaansprakelijkheid, hoofdelijke aansprakelijkheid, algemene beginselen van behoorlijk bestuur
HR 02-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2733
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2001
- Zaaknummer
C00/004HR
- LJN
AB2733
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2733, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2733, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2001
- Wetingang
Art. 2 lid 2 Invorderingswet 1990; art. 32 lid 2 Invorderingswet 1990; art. 36 Invorderingswet 1990
Essentie
invordering, bestuurdersaansprakelijkheid, hoofdelijke aansprakelijkheid, algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Samenvatting
Casus
Eiser tot cassatie is bestuurder van Inpromar B.V. Naar aanleiding van een boekenonderzoek is op 5 juli 1994 aan Inpromar B.V. een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ102.742,-, inclusief verhoging en heffingsrente, te vermeerderen met kosten en invorderingsrente. Deze aanslag is onbetaald gebleven. Volgens de Ontvanger heeft Inpromar niet tijdig mededeling gedaan dat zij niet in staat was te betalen en is eiser derhalve hoofdelijk aansprakelijk op grond van artikel 36 lid 4 Iw 1990. Op 3 februari 1995 heeft de Ontvanger eiser tot cassatie voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.