NJ 2017/53
De enkele toezegging van een geldbedrag kan niet zonder meer worden aangemerkt als voordeel cfm. art. 36e lid 5 Sr.
HR 13-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2851, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 december 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/00914
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124293:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2851, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2016
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
Bij profijtontneming gaat het om daadwerkelijk genoten voordeel. De enkele toezegging van een geldbedrag — voor het ter beschikking stellen van een woning ten behoeve van hennepteelt — kan niet zonder meer worden aangemerkt als voordeel als bedoeld in art. 36e lid 5 Sr.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 februari 2015, nummer 20/002640-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: K. Adv.: mr. J.W. Heemskerk, te Roermond.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)