Einde inhoudsopgave
Tijdelijke subsidieregeling Maritiem Masterplan
Artikel 5b Berekening subsidiabele kosten bij toepassing kosten per kostendrager met opslag
Geldend
Geldend van 26-06-2024 tot 01-04-2029. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 27-04-2024
- Bronpublicatie:
17-06-2024, Stcrt. 2024, 19991 (uitgifte: 25-06-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/172271)
- Inwerkingtreding
26-06-2024, terugwerkend tot: 27-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2024, Stcrt. 2024, 19991 (uitgifte: 25-06-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/172271)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Milieurecht / Energie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Bij het hanteren van uurtarieven die tot stand zijn gekomen met de standaardberekeningswijze bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel b, worden de directe loonkosten per uur vermenigvuldigd met het aantal uren dat direct bij de subsidiabele activiteiten betrokken personen ten behoeve van deze activiteiten hebben gewerkt.
2.
De subsidiabele kosten worden berekend door het ingevolge het eerste lid berekende bedrag te vermeerderen met:
- a.
een vaste opslag voor indirecte kosten van 50 procent van de loonkosten;
- b.
kosten van het gebruik van apparatuur en de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen indien deze in de administratie te onderscheiden zijn; en
- c.
aan derden betaalde kosten.
3.
Voor zover er geen loonkosten worden gemaakt, maar niettemin arbeid wordt verricht, wordt voor de berekening van de kosten van de arbeid uitgegaan van € 80,– per uur.