V-N 2018/41.15
Prejudiciële vragen over lange mrb-naheffing bij Poolse immigrant
Rb. Zeeland-West-Brabant 09-07-2018, ECLI:NL:RBZWB:2018:3961, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
9 juli 2018
- Magistraten
Stassen, Van Roij, Pauwels
- Zaaknummer
BRE 17/212
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929374:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2018:3961, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09‑07‑2018
- Wetingang
art. 27ga lid 3 AWR; art. 34 Wet MRB 1994
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de unierechtelijke houdbaarheid en uitleg van art. 34 Wet MRB 1994. De lange naheffingsduur sinds het Belastingplan 2014 voor situaties met een buitenlands kenteken zou wel eens indirecte discriminatie naar nationaliteit kunnen zijn.
Samenvatting
De heer X heeft de Poolse nationaliteit en heeft vanaf 9 september 2010 een officieel woonadres in Nederland. Op 12 mei 2016 wordt geconstateerd dat X een BMW 328Ci met Pools kenteken bestuurt. In geschil is de naheffingsaanslag mrb voor het gebruik van de Nederlandse openbare weg. De naheffing heeft betrekking op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.