Einde inhoudsopgave
Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 21-08-2013
- Bronpublicatie:
15-08-2013, Stcrt. 2013, 23632 (uitgifte: 20-08-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/162233)
- Inwerkingtreding
21-08-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-08-2013, Stcrt. 2013, 23632 (uitgifte: 20-08-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/162233)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Informatierecht / ICT
1.
De bestuurder handelt overeenkomstig de bij de afgifte van de chauffeurskaart verstrekte schriftelijke instructies.
2.
De bestuurder meldt onmiddellijk aan de Minister indien:
- a.
een chauffeurskaart of een chauffeurskaart onder beperkingen defect of beschadigd is;
- b.
de op de buitenkant van de chauffeurskaart vermelde gegevens, of de in de chauffeurskaart opgeslagen elektronische gegevens die ten tijde van de afgifte van de kaart door de Minister reeds op de kaart zijn opgeslagen niet meer juist zijn;
- c.
de bij de kaart behorende pukcode bij derden bekend is geworden;
- d.
zich verlies of diefstal van de chauffeurskaart heeft voorgedaan, als bedoeld in artikel 83, vijfde lid, van het Besluit.
3.
Na de melding, bedoeld in het tweede lid, onderscheidenlijk de melding, bedoeld in artikel 83, vijfde lid, van het Besluit, mag de bestuurder, zo lang nog niet is beslist omtrent zijn aanvraag om een vervangende kaart, taxivervoer verrichten, mits hij:
- a.
die aanvraag binnen vier werkdagen na de melding indient;
- b.
het nummer, bedoeld in artikel 6 onder e, in de boordcomputer invoert;
- c.
een handmatig ondertekende registratie bijhoudt van zijn arbeids- en rusttijden onder vermelding van de gegevens, bedoeld in artikel 79, vijfde lid, onder a en b van het Besluit; en
- d.
uiterlijk op de derde werkdag na de dag van ontvangst van het bericht, bedoeld in artikel 7, onderdeel b, de vervangende kaart afhaalt.
4.
Bij de in het derde lid bedoelde aanvraag wordt in geval van een melding als bedoeld in artikel 83, vijfde lid, van het Besluit, een door de aanvrager ondertekende verklaring overgelegd dat de kaart verloren is geraakt of gestolen is, met een omschrijving van de omstandigheden waaronder dit is gebeurd.
5.
Indien de te vervangen kaart op het moment van de melding als bedoeld in het eerste lid nog een geldigheidsduur heeft van drie maanden of minder, kan de bestuurder in plaats van een vervangende kaart een aanvraag indienen voor een nieuwe kaart, mits hij binnen de in het derde lid bedoelde termijn een geldige verklaring omtrent het gedrag en een geldige geneeskundige verklaring overlegt.