Einde inhoudsopgave
Kentekenreglement
Artikel 1b Uitzondering kentekenplicht motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines en bepaalde aanhangwagens
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
1.
Als motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de wet worden aangewezen:
- a.
motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines die:
- 1°
gemeten overeenkomstig de krachtens de wet vastgestelde meetmethode, met inbegrip van de breedte van een of meer verwisselbare uitrustingsstukken, niet breder zijn dan 1,3 m;
- 2°
zijn voorzien van:
- I.
een door de motor aangedreven maai-installatie, bestemd voor het maaien van oppervlakten;
- II.
een door de motor aangedreven veeginstallatie, bestemd voor het vegen van wegen;
- III.
een door de motor aangedreven installatie om automatisch uitwerpselen op te zuigen;
- IV.
een uitrustingsstuk aan de voorzijde ter verwijdering van sneeuw op het wegdek, met een minimale breedte gelijk aan de grootste breedte van het voertuig;
- V.
een installatie voor het strooien op wegen ter voorkoming of bestrijding van gladheid; of
- VI.
een installatie om onkruid te bestrijden, met een tankinhoud van ten minste 100 liter; en
- 3°
aan de achterzijde niet zijn voorzien van:
- I.
een inrichting tot het koppelen van een aanhangwagen; of
- II.
een driepuntshefinrichting;
- b.
motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines als bedoeld in onderdeel a, onder 1°, die zijn voorzien van een hefinrichting aan de voorzijde van het motorrijtuig respectievelijk de machine en waaraan geen aanhangwagen is gekoppeld;
- c.
motorrijtuigen met beperkte snelheid die:
- 1°
zijn voorzien van een stuurwiel en een trekinrichting;
- 2°
uitsluitend worden gebruikt in de periode van 1 juli tot en met 30 november;
- 3°
een combinatie vormen met één of meer aanhangwagens die zijn ingericht voor het dragen van voorraadkisten of -kratten; en
- 4°
als samenstel, inclusief lading of uitrusting, niet breder is dan 1,3 m;
- d.
meeneemheftrucks; en
- e.
motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines:
- 1°
met een maximumconstructiesnelheid van minder dan 6 km/h;
- 2°
op één as; of
- 3°
zijnde een asfalteermachine, wals, asfaltfrees of hoogwerker zonder zitplaats, die zich bevinden op een weggedeelte waar werkzaamheden op of aan de weg plaatsvinden met dien verstande dat de motorrijtuigen respectievelijk de machines zich uitsluitend op dat weggedeelte bevinden ten behoeve van die werkzaamheden op of aan de weg.
2.
Als aanhangwagens als bedoeld in artikel 37, tweede lid, onderdeel c, van de wet worden aangewezen:
- a.
aanhangwagens met een maximumconstructiesnelheid van niet meer dan 25 km/h die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 2021; en
- b.
aanhangwagens die niet rond een verticale as draaibaar verbonden zijn met een landbouw- of bosbouwtrekker, motorrijtuig met beperkte snelheid, mobiele machine of een met een dergelijk voertuig verbonden andere aanhangwagen.