Rb. Gelderland, 19-10-2017, nr. C/05/327016 / FA RK 17-3135
ECLI:NL:RBGEL:2017:5514
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
19-10-2017
- Zaaknummer
C/05/327016 / FA RK 17-3135
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2017:5514, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 19‑10‑2017; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Mondelinge uitspraak)
- Wetingang
Uitspraak 19‑10‑2017
Inhoudsindicatie
Mondelinge uitspraak, beëindiging gezag.
mondelinge uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Team Jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
zaakgegevens : C/05/327016 / FA RK 17-3135
datum uitspraak: 19 oktober 2017
Proces verbaal mondelinge uitspraak
in de zaak van
Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Arnhem.
betreffende
[naam] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna te noemen [de minderjarige] .
Tegenwoordig zijn:
rechter: mr. G.W. Brands-Bottema;
griffier: mr. L. Jbilou;
Op 19 oktober 2017 zijn de volgende belanghebbenden en verzoeker gehoord:
- [de minderjarige] , bijgestaan door mr. M.G.M. Frerix, advocaat te Ede,
- een vertegenwoordigster van de Raad,
- een vertegenwoordigster van de GI.
De volgende belanghebbende is ook opgeroepen en niet verschenen:
- [naam] , hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] , thans verblijvende te [plaats] .
De grondenDe Raad heeft verzocht het gezag van de vader te beëindigen en Jeugdbescherming Gelderland tot voogd over [de minderjarige] te benoemen. De Raad heeft aangevoerd dat sprake is van een zodanig ernstige bedreigde ontwikkeling van [de minderjarige] dat gezagsbeëindiging noodzakelijk is. Er is geen stabiele opvoedsituatie. [de minderjarige] woont niet meer bij zijn vader en hij maakt tot voor kort niet de keuze om te blijven in het [opvanghuis jongeren] . Er zijn zorgen over zijn welbevinden. In het afgelopen schooljaar is er veel verzuim geweest en is hij blijven zitten. De verhouding tussen [de minderjarige] en de vader is verstoord. Een lichtere maatregel zal onvoldoende bieden, omdat de vader moeilijk bereikbaar is. De hulpverlening komt onvoldoende van de grond, doordat de vader de plannen niet goedkeurt of het er niet mee eens is. De vader zegt wel het goede te willen voor [de minderjarige] , maar zijn voornemens omzetten in daden lukt niet. Daarnaast ligt het perspectief van [de minderjarige] niet langer bij vader. De Raad acht vooralsnog de huidige opvoedingsomgeving ( [opvanghuis jongeren] ) een goede plek voor [de minderjarige] , omdat hij daar enerzijds de ruimte krijgt, maar er wordt ook actie ondernomen als het niet goed gaat. In [plaats] kan [de minderjarige] contact houden met zijn netwerk.
[de minderjarige] is het eens met het verzoek van de Raad.
Hoewel de vader niet is verschenen, zal de rechtbank toch mondeling uitspraak doen. De vader is op de hoogte van de zitting en heeft er voor gekozen niet te komen. Het is in het belang van [de minderjarige] dat hij zo snel mogelijk duidelijkheid krijgt over de vraag wie de zaken over zijn zorg en opvoeding kan regelen.
De rechtbank is van oordeel dat aan het wettelijk criterium voor gezagsbeëindiging is voldaan en zal het verzoek tot beëindiging van het gezag van de vader toewijzen.
Bij [de minderjarige] is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. Sinds een jaar zijn er dermate grote spanningen tussen [de minderjarige] en zijn vader dat hij verschillende keren is weggelopen en hij al maanden niet meer thuis woont. Er zijn fysieke confrontaties geweest en daarom is [de minderjarige] weggelopen. Hij kan niet meer thuis wonen. Het verblijf bij zijn halfoom was niet ideaal. Op zijn huidige plek, het [opvanghuis jongeren] te [plaats] , dienen afspraken gemaakt te worden en zaken te worden geregeld. Hiervoor is toestemming van de vader nodig. Dit werkt moeilijk in de praktijk, omdat de vader niet of te laat bereikbaar is. Een voorbeeld is het regelen van schoolboeken. De situatie zal ook niet op korte termijn gaan veranderen.
Geconcludeerd kan worden dat niet te verwachten is dat de vader de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] binnen een voor zijn zoon aanvaardbaar te achten termijn zal oppakken.
Er zal dan een andere instelling of persoon de beslissingen moeten nemen voor [de minderjarige] . Binnen zijn netwerk zijn geen geschikte mensen die deze verantwoordelijkheid kunnen overnemen, daarom zal Jeugdzorg Gelderland worden benoemen als voogd. Deze instelling is ook al betrokken geweest bij de zorg voor [de minderjarige] .
Omdat zaken voor [de minderjarige] geregeld moeten worden, zal de beslissing direct ingaan en dus uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
De beslissing
De rechtbank:
beëindigt het ouderlijk gezag van [de vader] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , over [de minderjarige] ;
benoemt tot voogdes over [de minderjarige] , de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland gevestigd te Arnhem, locatie Ede;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
De rechter deelt mee dat een afschrift van het bovenstaande volgt binnen veertien dagen en sluit de zitting.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Indien hoger beroep tegen deze beslissing mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.