Einde inhoudsopgave
Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal
Artikel 8 Bestuurlijke boete
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
05-06-2024, Stb. 2024, 162 (uitgifte: 14-06-2024, kamerstukken: 36377)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2024, Stb. 2024, 186 (uitgifte: 25-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
1.
De Autoriteit is bevoegd tot oplegging van een bestuurlijke boete bij overtreding van artikel 6, derde lid. De op te leggen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de tweede categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
2.
Indien de overtreding bestaat uit het systematisch of aanhoudend overtreden van artikel 6, derde lid, bedraagt de bestuurlijke boete ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht of, indien die boetecategorie geen passende bestraffing toelaat, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming, onderscheidenlijk, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd.