Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 58 Beoordelingsperiode
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De toezichthoudende autoriteiten zenden de kandidaat-verwerver snel en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de ingevolge artikel 57, lid 1, vereiste kennisgeving, alsook na eventuele ontvangst op een later tijdstip van de in lid 2 bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging.
De toezichthoudende autoriteiten hebben vanaf de datum van de schriftelijke ontvangstbevestiging van de kennisgeving en van alle door de lidstaat vereiste documenten van de in artikel 59, lid 4, bedoelde lijst die bij de kennisgeving gevoegd moeten worden, een termijn van 60 werkdagen (hierna ‘beoordelingsperiode’ genoemd), om de in artikel 59, lid 1, bedoelde beoordeling (hierna ‘beoordeling’ genoemd), uit te voeren.
De toezichthoudende autoriteiten stellen de kandidaat-verwerver bij de ontvangstbevestiging in kennis van de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.
2.
De toezichthoudende autoriteiten mogen, indien nodig, tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, om aanvullende informatie verzoeken die noodzakelijk is om de beoordeling af te ronden. Dit verzoek wordt schriftelijk gedaan en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.
Vanaf de datum van het verzoek van de toezichthoudende autoriteiten om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver wordt de beoordelingsperiode onderbroken. De onderbreking duurt ten hoogste 20 werkdagen. Aanvullende verzoeken van de toezichthoudende autoriteiten ter vervollediging of verduidelijking van de informatie staan ter discretie van de toezichthoudende autoriteiten, maar mogen geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg hebben.
3.
De toezichthoudende autoriteiten mogen de in lid 2, tweede alinea, bedoelde onderbreking verlengen tot ten hoogste 30 werkdagen:
- a)
indien de kandidaat-verwerver buiten de Gemeenschap is gevestigd of aan reglementering onderworpen is; of
- b)
indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is en niet onderworpen is aan toezicht uit hoofde van deze richtlijn of Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (1), Richtlijn 2004/39/EG of Richtlijn 2006/48/EG.
4.
Indien de toezichthoudende autoriteiten na voltooiing van de beoordeling besluiten om zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, geven zij de kandidaat-verwerver daarvan binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden schriftelijk kennis en delen zij de redenen voor dat besluit mede. Onverminderd het nationale recht kan een passende motivering van het besluit op verzoek van de kandidaat-verwerver voor het publiek toegankelijk worden gemaakt. Dit neemt niet weg dat een lidstaat de toezichthoudende autoriteit kan toestaan deze informatie openbaar te maken zonder dat de kandidaat-verwerver daarom heeft verzocht.
5.
Indien de toezichthoudende autoriteiten zich binnen de beoordelingsperiode niet schriftelijk tegen de voorgenomen verwerving verzetten, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.
6.
De toezichthoudende autoriteiten mogen voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze periode zo nodig verlengen.
7.
De lidstaten mogen geen voorschriften inzake kennisgeving aan en goedkeuring door de toezichthoudende autoriteiten van rechtstreekse of onrechtstreekse verwervingen van stemrechten of kapitaal opleggen die strenger zijn dan de bepalingen van deze richtlijn.
8.
Teneinde een consequente harmonisatie van de bepalingen van deze afdeling te waarborgen, kan de EIOPA, onverminderd het bepaalde in artikel 58, lid 2, ontwerpen van technische reguleringsnormen uitwerken ter vaststelling van een uitputtende lijst van informatie, als bedoeld in artikel 59, lid 4, die door de kandidaat-verwerver bij de kennisgeving moet worden gevoegd.
Teneinde een consequente harmonisatie van de bepalingen van deze afdeling te waarborgen en rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen, werkt de EIOPA, behoudens artikel 301 ter, ontwerpen van technische reguleringsnormen uit om nadere invulling te geven aan de aanpassingen van de criteria van artikel 59, lid 1.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste en tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.
9.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn te waarborgen, kan de EIOPA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uitwerken voor de procedures, formulieren en templates voor het in artikel 60 bedoelde overleg tussen de relevante toezichthoudende autoriteiten.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.
Voetnoten
PB L 375 van 31.12.1985, blz. 3.