Besluit voorkoming en beperking samenloop WAO- en Wet WIA-uitkeringen met uitkeringen op grond van de sociale wetgeving van een andere Mogendheid
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2005
- Bronpublicatie:
02-12-2005, Stb. 2005, 620 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2005, Stb. 2005, 620 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Wanneer krachtens een internationale regeling inzake sociale zekerheid overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering een — hierna als prorata arbeidsongeschiktheidsuitkering aan te duiden — arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend, waarvan het bedrag is bepaald naar de verhouding tussen enerzijds de duur van de Nederlandse verzekering en anderzijds de totale duur van
- a.
de tijdvakken van Nederlandse verzekering en
- b.
de tijdvakken van verzekering of arbeid, vervuld ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid of van andere Mogendheden,
geldt het bepaalde in de volgende leden.
2.
Op een in het vorige lid bedoelde prorata arbeidsongeschiktheidsuitkering zijn, met inachtneming van het bepaalde in het volgende lid, de bepalingen van dit besluit slechts van toepassing ter zake van samenloop met uitkeringen ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid, die niet worden verleend in het kader van de invaliditeitsverzekering en waarvan het bedrag is berekend onafhankelijk van de duur van de verzekering of de arbeidsverhouding.
3.
Wanneer bij de vaststelling van het uit te betalen bedrag van de prorata arbeidsongeschiktheidsuitkering een vermindering ingevolge de bepalingen van de voorgaande artikelen moet worden toegepast, wordt het in mindering te brengen bedrag aldus berekend, dat het bedrag dat ingevolge de voorgaande artikelen ter zake van de samenloop met de in het vorige lid bedoelde uitkeringen daartoe in aanmerking zou zijn genomen als de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet op prorata-basis zou zijn toegekend, vermenigvuldigd wordt met hetzelfde verhoudingsgetal, dat aan de berekening van de prorata arbeidsongeschiktheidsuitkering ten grondslag ligt.
4.
Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen, bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.