JWB 2009/32
Ontvankelijkheid cassatieberoep, provisioneel vonnis, tussenvonnis
HR 06-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5058
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 februari 2009
- Zaaknummer
07/10596
- LJN
BG5058
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG5058, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG5058, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑02‑2009
- Wetingang
Art. 54 lid 3 LVW; art. 54 lid 4 LVW; art. 223 Rv; art. 401 Rv
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep, provisioneel vonnis, tussenvonnis
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie heeft de verweerster tot cassatie voor de rechter gedagvaard en gevorderd de verweerster in cassatie te veroordelen tot betaling aan haar van € 97.200.000,-, althans een door de rechter vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente. De eiseres tot cassatie heeft de vordering bestreden.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag naar de ontvankelijkheid van het cassatieberoep tegen een provisionele beslissing van de rechtbank centraal.
Beslissing
Na een deskundigenbericht heeft de rechtbank bij een tussenvonnis de partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.