Einde inhoudsopgave
Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft
Artikel 27 [Significante intragroepsovereenkomsten en -posities]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, Stb. 2008, 581 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, Stb. 2008, 582 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Een onderneming als bedoeld in artikel 3:298, eerste lid, van de wet verstrekt de in dat artikel bedoelde rapportage over significante intragroepsovereenkomsten en -posities eenmaal per jaar. De Nederlandsche Bank kan, indien de omstandigheden van een bepaalde onderneming daar aanleiding toe geven, besluiten dat die onderneming rapporteert met een hogere frequentie.
2.
Onder significante intragroepsovereenkomsten en -posities worden verstaan intragroepsovereenkomsten en -posities welke een door de Nederlandsche Bank, na overleg met de andere relevante toezichthoudende instanties en het financiële conglomeraat, vast te stellen passende drempel, gerelateerd aan het reglementaire eigen vermogen of de technische voorzieningen, te boven gaan.
3.
De Nederlandsche Bank bepaalt, na overleg met de andere toezichthoudende instanties, welke categorieën overeenkomsten of posities van de gereglementeerde entiteiten in een bepaald financieel conglomeraat worden gerapporteerd op basis van artikel 3:298, eerste lid, van de wet. Daarbij houdt de Nederlandsche Bank rekening met de specifieke groeps- en risicobeheerstructuur van het financiële conglomeraat.
4.
De Nederlandsche Bank stelt, met inachtneming van het bepaalde ingevolge het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen van de wet, alsmede met inachtneming van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de internationale jaarrekeningstandaarden, nadere regels met betrekking tot de rapportage van de intragroepsovereenkomsten en -posities. Artikel 4, vierde lid, is van toepassing.
5.
De in het eerste lid bedoelde onderneming verstrekt bovendien eenmaal per jaar op een na overleg met de Nederlandsche Bank door de onderneming te bepalen tijdstip de informatie die aan het groepsbestuur van het financiële conglomeraat wordt verstrekt over intragroepsovereenkomsten en -posities en die is opgesteld met gebruikmaking van de procedures bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel b.