Einde inhoudsopgave
Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
Artikel 1:1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 505 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- –
contactpersoon: degene die handelt namens de instelling of organisatie waar een taakstraf wordt verricht;
- –
gedragsbeïnvloedende maatregel: de maatregel, bedoeld in artikel 77w van het Wetboek van Strafrecht;
- –
gedragsinterventie: een gestructureerd geheel van methodische handelingen gericht op de beïnvloeding van gedrag of omstandigheden van de jeugdige, met als doel het voorkomen van recidive;
- –
- –
instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;
- –
jeugdige: een persoon ten aanzien van wie recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht;
- –
jeugdige taakgestrafte: een taakgestrafte ten aanzien van wie recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht;
- –
jeugdreclassering: een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, bij de uitvoering van jeugdreclassering;
- –
ontnemingsaanwijzing: de aanwijzing, bedoeld in artikel 257a, derde lid, onder c, van de wet;
- –
ontnemingsmaatregel: de maatregel, bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht;
- –
Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;
- –
projectplaats: de plaats bij een instelling of organisatie waar de taakstraf wordt uitgevoerd;
- –
raad voor de kinderbescherming: de raad, bedoeld in artikel 238, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
- –
reclassering: een reclasseringsinstelling als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Reclasseringsregeling 1995;
- –
schadevergoedingsmaatregel: de maatregel, bedoeld in de artikelen 36f en 77h, vierde lid, onder e, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 257a, tweede lid, onder d, van de wet;
- –
schikking: een schriftelijke schikking als bedoeld in artikel 511c van de wet;
- –
scholings- en trainingsprogramma: een programma als bedoeld in artikel 3 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;
- –
stortingsaanwijzing: de aanwijzing, bedoeld in artikel 257a, derde lid, onder d, van de wet;
- –
stortingsvoorwaarde: de voorwaarde, bedoeld in artikel 14c, tweede lid, onder 3° of 4° van het Wetboek van Strafrecht, artikel 13, derde lid, van de Gratiewet of artikel 80, derde lid, van de wet;
- –
taakgestrafte: degene aan wie een taakstraf is opgelegd;
- –
transactie: een of meer van de gestelde voorwaarden, bedoeld in artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht;
- –
uitvoerder taakstraffen: de medewerker van de reclassering of de raad voor de kinderbescherming die is belast met begeleiding en toezicht in het kader van de tenuitvoerlegging van een taakstraf;
- –
voorwaardelijke veroordeling: veroordeling waarbij de straf of maatregel geheel of gedeeltelijk niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders beveelt;
- –
vrijheidsstraf: gevangenisstraf, hechtenis, militaire detentie en jeugddetentie, alsmede de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke vrijheidsstraf of van het voorwaardelijke deel van een vrijheidsstraf;
- –
wet: het Wetboek van Strafvordering.