Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld
Artikel 64 Informatie
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
11-05-2011, Trb. 2012, 233 (uitgifte: 12-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2015, Trb. 2015, 197 (uitgifte: 15-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De aangezochte partij licht de verzoekende partij onverwijld in over het eindresultaat van de krachtens dit hoofdstuk ondernomen actie. De aangezochte partij licht de verzoekende partij eveneens onverwijld in over omstandigheden die de uitvoering van de beoogde maatregelen onmogelijk maken of deze aanzienlijk dreigen te vertragen.
2.
Een partij kan, binnen de grenzen van haar nationale recht en zonder voorafgaand verzoek, informatie die in het kader van haar eigen onderzoek is verkregen aan een andere partij verstrekken wanneer zij van oordeel is dat het verstrekken van dergelijke informatie de ontvangende partij kan helpen bij het voorkomen van de overeenkomstig dit Verdrag strafbaar gestelde feiten of bij het instellen of uitvoeren van onderzoeken of strafvervolgingen ter zake van dergelijke strafbare feiten, of kan leiden tot een verzoek om samenwerking van deze partij in de zin van dit hoofdstuk.
3.
Een partij die in overeenstemming met het tweede lid informatie ontvangt, verstrekt deze aan haar bevoegde autoriteiten zodat indien dit passend wordt geacht een procedure kan worden ingesteld of de informatie in aanmerking kan worden genomen in civielrechtelijke of strafrechtelijke procedures.