TPWS 2019/77
OM-cassatie. Belediging door ‘toegezonden of aangeboden geschrift’, art. 266.1 Sr. Heeft Hof ten onrechte beoordeeld of sprake was van ‘toezending’ van die geschriften aan A (beledigde persoon) en is ’s Hofs oordeel dat geschriften niet aan A zijn toegezonden begrijpelijk?
HR 26-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 2019
- Zaaknummer
17/00307
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:98, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2018
Essentie
OM-cassatie. Belediging door ‘toegezonden of aangeboden geschrift’, art. 266.1 Sr. Heeft Hof ten onrechte beoordeeld of sprake was van ‘toezending’ van die geschriften aan A (beledigde persoon) en is ’s Hofs oordeel dat geschriften niet aan A zijn toegezonden begrijpelijk?
Uitspraak
Aantekening redactie
In dit arrest stond centraal ‘Belediging door ‘toegezonden of aangeboden geschrift’, ex art. 266 lid 1 Sr:
“Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.