V-N 2022/9.14
Spaanse onbeperkte navordering en sancties bij onjuiste opgaven buitenlandse goederen in strijd met EU-recht
HvJ EU 27-01-2022, ECLI:EU:C:2022:55, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (Commission/Spain)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
27 januari 2022
- Magistraten
Bay Larsen, Bonichot, Safjan
- Zaaknummer
C-788/19
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
Commission/Spain
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS634324:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Europees belastingrecht / Inbreuk op het gemeenschapsrecht
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:55, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 27‑01‑2022
ECLI:EU:C:2021:621, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 15‑07‑2021
Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2021
- Wetingang
art. 63 VWEU
Essentie
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Spanje in strijd met het EU-recht handelt bij het opleggen van sancties als niet aan bepaalde informatieverplichtingen is voldaan. Het is in strijd met het EU-recht dat niet-aangegeven inkomsten worden aangemerkt als ‘niet-onderbouwde vermogenswinsten’.
Samenvatting
Spanje verplicht belastingplichtigen om via een ‘formulier 720’ aangifte te doen van goederen en rechten in het buitenland. Volgens de Europese Commissie (EC) zijn bepaalde aan de niet-nakoming van deze verplichting verbonden gevolgen onevenredig in het licht van het doel dat met de Spaanse wetgeving wordt beoogd. De EC stelt daarom een precontentieuze procedure in tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.