Einde inhoudsopgave
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001
Artikel 16 Uiteindelijk gerechtigde
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 540 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 540 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
1.
Bij de toepassing van artikel 15 wordt geen vermindering verleend indien de belastingplichtige niet de uiteindelijk gerechtigde is tot de dividenden, interest of royalty's waarop door een andere Mogendheid belasting is geheven. Niet als uiteindelijk gerechtigde wordt beschouwd de belastingplichtige die in samenhang met de ontvangen opbrengst een tegenprestatie heeft verricht als onderdeel van een samenstel van transacties waarbij aannemelijk is dat:
- a.
de opbrengst geheel of gedeeltelijk direct of indirect ten goede is gekomen aan een natuurlijk persoon die of lichaam dat in mindere mate gerechtigd is tot vermindering van Nederlandse belasting dan de belastingplichtige die de tegenprestatie heeft verricht; en
- b.
deze natuurlijk persoon, onderscheidenlijk dit lichaam, een positie in rechten waaruit de opbrengst is genoten op directe of indirecte wijze behoudt of verkrijgt die vergelijkbaar is met zijn positie in soortgelijke rechten voorafgaand aan het moment waarop het samenstel van transacties een aanvang heeft genomen.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid:
- a.
kan van een samenstel van transacties eveneens sprake zijn ingeval transacties zijn aangegaan op een gereglementeerde effectenbeurs of markt;
- b.
wordt met een samenstel van transacties gelijkgesteld een transactie die betrekking heeft op de enkele verwerving van een of meer dividendbewijzen of rentetermijnen, of op de vestiging van kortlopende genotsrechten op rechten.