BA 2015/191
Onderzoek ambtelijke corruptie Limburg; bestuurlijke boete, telefoontaps, strafvorderlijke gegevens, rechtmatig verkregen bewijs, geen kenbare en toetsbare afweging van OvJ
CBb 09-07-2015, ECLI:NL:CBB:2015:193
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
9 juli 2015
- Zaaknummer
AWB 13/522 AWB 13/523 AWB 13/529
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Ontslag
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2015:193, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 09‑07‑2015
- Wetingang
Art. 3:2, 3:9 en 8:115 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 6 Mededingingswet (Mw); art. 1 onder b en 39f Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg); art. 126cc, 136m, 348 en 350 Wetboek van Strafvordering (Sv); art. 149a lid 1 Wetboek van Strafrecht (Sr); art. 16 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp); art. 13 Grondwet; Aanwijzing verstrekking van strafvorderlijke gegevens voor buiten de strafrechtspleging gelegen doeleinden (Stcrt. 2008, 19; Aanwijzing); art. 8 lid 1 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM); art. 9 lid 1 Verdrag geautomatiseerde verwerking persoonsgegevens
Essentie
Onderzoek ambtelijke corruptie Limburg; bestuurlijke boete, telefoontaps, strafvorderlijke gegevens, rechtmatig verkregen bewijs, geen kenbare en toetsbare afweging van OvJ
Samenvatting
De vraag of een document (telefoontaps) behoort of dient te behoren tot het strafdossier moet worden beantwoord aan de hand van het relevantiecriterium dat in het arrest van de Hoge Raad [van 1 juli 1992] is afgebakend. Het gaat om de relevantie voor de bewijsvragen van art. 348 en 350 Sv. Dit standpunt is versterkt door de wetgever sinds 1 januari 2013, [in de] definitie van “processtukken” [in art. 149a lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.