NJB 2018/838:Verzuim om aan de raadsman van de verdachte een oproeping voor de terechtzitting te sturen: dit brengt mee dat het voorschrift vervat in de tweede volzin van art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv, niet is nageleefd. De niet-nakoming van dit voorschrift moet worden geacht aan een geldige behandeling van de zaak ter terechtzitting buiten tegenwoordigheid van de raadsman in de weg te staan. Afstand van het recht om ter terechtzitting te worden bijgestaan door een raadsman: in casu is het oordeel van het hof dat niettegenstaande bovengenoemd verzuim de behandeling van de zaak ter terechtzitting doorgang kon vinden omdat de verdachte, na het blijken van dat verzuim, ondubbelzinnig, desbewust en vrijwillig afstand heeft gedaan van de bijstand van zijn raadsman, niet zonder meer begrijpelijk, in het bijzonder in aanmerking genomen de verklaring van de verdachte dat hij niet weet waar de zaak over gaat