Einde inhoudsopgave
Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Habitatrichtlijn)
Bijlage VI Verboden methoden en middelen voor het vangen en doden en verboden wijzen van vervoer
Geldend
Geldend vanaf 10-06-1992
- Bronpublicatie:
21-05-1992, PbEG 1992, L 206 (uitgifte: 22-07-1992, regelingnummer: 92/43/EEG)
- Inwerkingtreding
10-06-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-1992, PbEG 1992, L 206 (uitgifte: 22-07-1992, regelingnummer: 92/43/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
- a)
Niet-selectieve middelen
ZOOGDIEREN
- —
Blindgemaakte of verminkte levende dieren die als lokdieren worden gebruikt
- —
Bandrecorders
- —
Elektrische en elektronische apparaten waarmee dieren kunnen worden gedood of bewusteloos gemaakt
- —
Kunstmatige lichtbronnen
- —
Spiegels en andere verblindende voorwerpen
- —
Apparaten om vangstplaatsen te verlichten
- —
Zoekers met een elektronische beeldversterker of beeldomkeerder voor het schieten in het donker
- —
Explosieven
- —
Netten die qua werking en gebruik niet-selectief zijn
- —
Vallen die qua werking en gebruik niet selectief zijn
- —
Kruisbogen
- —
Vergif en giftig of verdovend lokaas
- —
Uitgassen of uitroken
- —
Automatische of semi-automatische wapens waarvan de houder meer dan twee patronen kan bevatten
VISSEN
- —
Vergif
- —
Explosieven
- b)
Wijzen van vervoer
Vangen en/of doden vanuit
- —
luchtvaartuigen
- —
rijdende motorvoertuigen