Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 650/2012 bevoegdheid, toepasselijke recht, erkenning en tenuitvoerlegging beslissingen op het gebied van erfopvolging, alsmede instelling Europese erfrechtverklaring
Artikel 16 Toetsing van de ontvankelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2012
- Bronpublicatie:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 650/2012)
- Inwerkingtreding
16-08-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2012, PbEU 2012, L 201 (uitgifte: 27-07-2012, regelingnummer: 650/2012)
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Europees erfrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Erfrecht / Erfopvolging bij versterf
1.
Indien een verweerder die zijn gewone verblijfplaats in een andere staat heeft dan de lidstaat waar de zaak aanhangig is gemaakt, niet verschijnt, houdt het bevoegde gerecht de procedure aan zolang niet vaststaat dat de verweerder op tijd kennis heeft kunnen nemen van het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk om zijn verweer te kunnen voeren, of dat daartoe al het nodige is gedaan.
2.
In plaats van lid 1 van dit artikel is artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (‘de betekening en de kennisgeving van stukken’) (1) van toepassing, indien het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk van een lidstaat naar een andere lidstaat diende te worden verzonden in overeenstemming met die verordening.
3.
Indien Verordening (EG) nr. 1393/2007 niet van toepassing is, is artikel 15 van het Verdrag van 's-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken van toepassing, indien het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk naar het buitenland diende te worden verzonden in overeenstemming met dat verdrag.
Voetnoten
PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79.