Einde inhoudsopgave
Comptabiliteitswet 2016
Artikel 2.37 Aanbieden van de jaarverslagen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 139 (uitgifte: 07-04-2017, kamerstukken: 34426)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 253 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Algemeen
1.
Onze Minister van Financiën zendt de jaarverslagen, bedoeld in artikel 2.31, jaarlijks uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het begrotingsjaar voor onderzoek naar de Algemene Rekenkamer. De rapporten over de jaarverslagen die zijn opgesteld door de Auditdienst Rijk worden gelijktijdig meegestuurd.
2.
Onze Minister van Financiën biedt de door de Algemene Rekenkamer onderzochte jaarverslagen op de derde woensdag van mei volgend op het jaar waarop de jaarverslagen betrekking hebben aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan, tenzij deze datum valt in een periode wanneer de Tweede Kamer der Staten-Generaal met reces is of wanneer een nationale feestdag is. In dat geval biedt Onze Minister van Financiën de jaarverslagen, na overleg met de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de president van de Algemene Rekenkamer, uiterlijk op 1 juni van hetzelfde jaar aan.
3.
In voorkomende gevallen zendt Onze Minister die het aangaat zijn standpunt over het bezwaar van de Algemene Rekenkamer, bedoeld in artikel 7.22, eerste lid, zo spoedig mogelijk, doch in elk geval vóór de behandeling van het jaarverslag door de Tweede Kamer der Staten-Generaal, naar die Kamer.