NJ 1950/140
Overeenkomst tussen toneelgezelschap en actrice een arbeidsovereenkomst?
HR 11-11-1949, ECLI:NL:HR:1949:62 (Boefje)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 1949
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, van der Flier, Smits en de Jong
- Zaaknummer
[11111949/NJ_1950-140]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Roepnaam
Boefje
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS133797:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:62, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑1949
- Wetingang
(BW art. 1637a.)
Essentie
Overeenkomst tussen toneelgezelschap en actrice een arbeidsovereenkomst?
Samenvatting
Bij de onderlinge overeenkomst, waarbij een toneelgezelschap een artiste engageert voor het spelen van een bepaalde rol in een toneelstuk, is de gezagsverhouding aanwezig, welke de arbeidsovereenkomst kenmerkt.
Partij(en)
A. M. van der Naaten, echtgenote van H. A. Chevallerau, van beroep actrice, te ‘s-Gravenhage, eiseres tot cassatie van een op 7 Dec. 1948 door de Arr.-Rechtbank te ‘s-Gravenhage tussen partijen gewezen vonnis, adv. Mr A. Mout, (gepleit door Mevr. Mr Naauwe-Verveer),
tegen:
1e. J. Kaart, 2e. E. van Kinsbergen, te Amsterdam, verweerders in cassatie, adv. Mr R. Stapel.