Inhoudsopgave
DD 2016/44:De bruikbaarheid van de ‘shaken baby syndroom’-hypothese in het strafproces
DD 2016/44
De bruikbaarheid van de ‘shaken baby syndroom’-hypothese in het strafproces
Documentgegevens:
R.A. Hoving, datum 31-08-2016
- Datum
31-08-2016
- Auteur
R.A. Hoving1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS739298:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het Nederlandse strafproces wordt regelmatig gebruik gemaakt van deskundigenbewijs van deskundigen die uitgaan van de ‘shaken baby syndroom’-hypothese om aan te tonen dat een verdachte een baby heeft mishandeld of gedood. In onder meer de Verenigde Staten en Engeland woedt een felle discussie over het gebruik van de ‘shaken baby syndroom’-hypothese. Critici wijzen erop dat het huidige wetenschappelijke en medische onderzoek twijfels zaait over de juistheid van de uitgangspunten van de ‘shaken baby syndroom’-hypothese. In dit artikel wordt een aanzet gegeven voor een discussie over de bruikbaarheid van de ‘shaken baby syndroom’-hypothese in het Nederlandse strafproces.
1. Inleiding
Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.