V-N 2020/3.20
Geen tijdsevenredige BPM-heffing ondanks tijdelijke interne verhuur in Nederland
HR 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1951, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Hilten
- Zaaknummer
18/04153
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS178562:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1951, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat Nederland niet verplicht is een tijdsevenredige BPM-heffing toe te passen voor een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, ook niet als sprake is van tijdelijke verhuur in Nederland en het motorrijtuig daarna definitief buiten Nederland zal worden gebracht.
Samenvatting
X bv doet in januari 2014 BPM-aangifte voor een uit België afkomstige auto en voldoet € 35.200. In juni 2014 wordt dezelfde auto geëxporteerd. X bv krijgt vervolgens een teruggaaf van € 30.051. Na bezwaar is een aanvullende teruggaaf gevolgd van € 737 en daarover is op de voet van art. 30ha lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.