Einde inhoudsopgave
Besluit zeevarenden
Artikel 36 Passagiersschepen en ro-ro passagiersschepen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
12-12-2017, Stb. 2017, 493 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2017, Stb. 2017, 493 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Van elke zeevarende aan boord van passagiersschepen of ro-ro passagiersschepen is aan boord schriftelijk bewijs aanwezig dat hij geoefend is in familiarisatie voor noodsituaties aan boord van passagiersschepen die is afgestemd op zijn taken aan boord in overeenstemming met voorschrift V/2, vijfde lid, van de bijlage bij het STCW-Verdrag en sectie A-V/2, onderdeel 1, van de STCW-Code,
2.
Van elke zeevarende aan boord van passagiersschepen of ro-ro passagiersschepen die direct betrokken is bij de dienstverlening aan passagiers in passagiersruimten is aan boord schriftelijk bewijs aanwezig dat hij geoefend is in dienstverlening aan passagiers in overeenstemming met voorschrift V/2, zesde lid, van de bijlage bij het STCW-Verdrag en sectie A-V/2, onderdeel 2, van de STCW-Code.
3.
Van elke zeevarende die in de alarmrol is belast met de hulpverlening aan passagiers aan boord van passagiersschepen of ro-ro passagiersschepen is aan boord schriftelijk bewijs aanwezig dat hij geoefend is in groepsbegeleiding in overeenstemming met voorschrift V/2, zevende lid, van de bijlage bij het STCW-Verdrag en sectie A-V/2, onderdeel 3, van de STCW-Code.
4.
Elke zeevarende die in de alarmrol is belast met de hulpverlening aan passagiers in noodsituaties aan boord van passagiersschepen of ro-ro passagiersschepen, is in het bezit van het certificaat crisisbeheersing en menselijk gedrag in overeenstemming met voorschrift V/2, achtste lid, van de bijlage bij het STCW-Verdrag en sectie A-V/2, onderdeel 4, van de STCW-Code.
5.
Elke zeevarende die belast is met de directe verantwoordelijkheid voor het aan en van boord gaan van passagiers, het laden, lossen of vastzetten van de lading of het sluiten van waterdichte deuren van passagiersschepen of ro-ro passagiersschepen is in het bezit van het certificaat passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp in overeenstemming met voorschrift V/2, negende lid, van de bijlage bij het STCW-Verdrag en sectie A-V/2, onderdeel 5, van de STCW-Code.
6.
Een zeevarende als bedoeld in het eerste tot en met het vijfde lid toont door middel van schriftelijk bewijs of een certificaat, met tussenpozen van niet meer dan 5 jaar, aan:
- a.
een passende training of herhalingstraining te hebben gevolgd;
- b.
in de voorgaande periode van 5 jaar ten minste 12 maanden dienst te hebben gedaan op een passagiersschip, of
- c.
in de voorgaande periode van 6 maanden ten minste 3 maanden dienst te hebben gedaan op een passagiersschip.
7.
In plaats van een certificaat als bedoeld in het vierde of vijfde lid kan worden volstaan met een aantekening van de door de zeevarende gevolgde training in het krachtens artikel 3, derde lid, van de wet bij te houden overzicht.