NJ 1951/173
Uitkering tot onderhoud.
HR 02-02-1951, ECLI:NL:HR:1951:206
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 1951
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Hijink, Smits en de Jong
- Zaaknummer
[02021951/NJ_1951-173]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109326:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1951:206, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑1951
- Wetingang
(BW art. 470.)
Essentie
Uitkering tot onderhoud.
Samenvatting
Bij de bepaling van inkomen en vermogen van den tot uitkering verplichte behoeft de rechter niet enkel te letten op door dezen voor het ogenblik genoten wordende inkomsten, maar heeft hij mede rekening te houden met inkomsten, welke de betrokkene redelijkerwijs geacht kan worden in staat te zijn zich in de naaste toekomst te verwerven.
Uitspraak
VERZOEKSCHRIFT
[p. 359 ►]
Geeft eerbiedig te kennen:
J. L., te N., adv. Mr J. D. de Haan;
dat hij ten verzoeke van de Voogdijraad te ‘s-Gravenhage bij beschikking van de Arr.-Rechtbank 4e Enkelv. Kamer van 26 Mei ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.