Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet 2012
Artikel 2.126 [Mededingingsprocedure met onderhandeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
22-06-2016, Stb. 2016, 241 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken: 34329)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, Stb. 2016, 243 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
Aanbestedingsrecht / Aanbestedingsprocedure
1.
Bij toepassing van de mededingingsprocedure met onderhandeling bepaalt de aanbestedende dienst in de aanbestedingsstukken het voorwerp van de overheidsopdracht door de vereisten en de vereiste kenmerken van het werk, de levering of de dienst te beschrijven en de gunningscriteria vast te leggen.
2.
De aanbestedende dienst bepaalt in de aanbestedingsstukken tevens welke elementen van de in het eerste lid bedoelde beschrijving de minimumeisen zijn waaraan een inschrijving moet voldoen.
3.
De aanbestedende dienst verschaft in de aanbestedingsstukken informatie die voldoende nauwkeurig is om ondernemers in staat te stellen te bepalen wat de aard en omvang van de aanbesteding is en te beslissen over deelneming aan de procedure.
4.
Indien de aanbestedende dienst de mogelijkheid wil behouden om de overheidsopdracht te plaatsen op basis van de oorspronkelijke inschrijving zonder onderhandeling, vermeldt hij dat in de aankondiging van de overheidsopdracht.
5.
Indien de aanbestedende dienst door toepassing van de gunningscriteria de procedure van gunning door onderhandeling in opeenvolgende fasen wil laten verlopen, zodat het aantal inschrijvingen waarover moet worden onderhandeld wordt beperkt, vermeldt hij dat in de aanbestedingsstukken.
6.
De aanbestedende dienst draagt er zorg voor dat in de slotfase het aantal oplossingen zodanig is dat een daadwerkelijke mededinging kan worden gewaarborgd, voor zover er een voldoende aantal geschikte oplossingen of inschrijvers is.