NJ 1962/100
Verhoor omtrent het telastegelegde zonder beëdiging. Nietigheid.
HR 11-04-1961, ECLI:NL:HR:1961:40
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 1961
- Magistraten
Mrs. Feber, Westerouen van Meeteren, Kazemier, Dubbink [Rapp.], Loeff
- Zaaknummer
[11041961/NJ_1962-100]
- Conclusie
Mr. Van Oosten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139133:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:40, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑1961
- Wetingang
Essentie
Verhoor omtrent het telastegelegde zonder beëdiging. Nietigheid.
Samenvatting
Nu de moeder van Hanneke v. K. omtrent het telastegelegde is gehoord, is zij als getuige of als deskundige te beschouwen, zodat zij ingevolge art. 284 of art. 296 Sv. op de in art. 126 Sv. op straffe van nietigheid voorgeschreven wijze had moeten zijn beëdigd.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van J. F. K., te U., req. van cassatie tegen een arrest van het Hof te Amsterdam van 5 Dec. 1960, waarbij in hoger beroep, met vernietiging van een vonnis van de Rb. te Utrecht van 16 Oct. 1959, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.