Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 28-11-1989
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 10-09-1987.
- Bronpublicatie:
23-11-1989, PbEG 1989, L 347 (uitgifte: 28-11-1989, regelingnummer: 3528/89)
- Inwerkingtreding
28-11-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-1989, PbEG 1989, L 347 (uitgifte: 28-11-1989, regelingnummer: 3528/89)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Internationaal publiekrecht (V)
Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 28, 43 en 113,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van Spanje en Portugal,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat de Europese Economische Gemeenschap gegrondvest is op een douane-unie welke het gebruik van een gemeenschappelijk douanetarief inhoudt;
Overwegende dat het verzamelen en uitwisselen van gegevens betreffende de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap het best kan worden bereikt door gebruik te maken van een gecombineerde nomenclatuur, die in de plaats treedt van de huidige nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief en van die van de NIMEXE, ten einde tegelijkertijd aan de vereisten op tarief- en statistiekgebied te voldoen;
Overwegende dat de Gemeenschap het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, het zogenaamde ‘geharmoniseerde systeem’, heeft ondertekend, dat bestemd is om het Verdrag van 15 december 1950 inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven te vervangen; dat voornoemde gecombineerde nomenclatuur derhalve op basis van het geharmoniseerde systeem dient te worden opgesteld;
Overwegende dat het dienstig is de Lid-Staten toe te staan nationale statistische onderverdelingen vast te stellen;
Overwegende dat in het kader van de gecombineerde nomenclatuur met bepaalde specifieke communautaire voorschriften geen rekening kan worden gehouden; dat het derhalve noodzakelijk is aanvullende communautaire onderverdelingen te creëren en deze in een geïntegreerd tarief van de Europese Gemeenschappen (Taric) op te nemen; dat een efficiënt beheer van Taric een onmiddellijke bijwerking door middel van een geschikt systeem vereist; dat het derhalve noodzakelijk is dat de Commissie wordt gemachtigd zelf het Taric te beheren;
Overwegende dat voor Spanje en Portugal het Taric-schema niet op dezelfde wijze kan worden gebruikt als voor de andere Lid-Staten wegens de in de Toetredingsakte vervatte overgangsmaatregelen op tariefgebied; dat het daarom dienstig is te bepalen dat deze beide Lid-Staten het Taric tijdens de toepassingsperiodes van die overgangsmaatregelen niet behoeven toe te passen;
Overwegende dat dient te worden bepaald dat de Lid -Staten op basis van de Taric-onderverdelingen aanvullende onderverdelingen mogen invoegen om in nationale behoeften te voorzien; dat deze onderverdelingen dienen te worden geïdentificeerd door specifieke codenummers overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2793/86 van de Commissie van 22 juli 1986 tot vaststelling van de codes welke dienen te worden gebruikt voor de bij de Verordeningen (EEG) nr. 678/85, (EEG) nr. 1900/85 en (EEG) nr. 222/77 voorgeschreven formulieren (4);
Overwegende dat het onontbeerlijk is dat de gecombineerde nomenclatuur en iedere andere nomenclatuur die de gecombineerde nomenclatuur geheel of gedeeltelijk, of met toevoeging van onderverdelingen overneemt, uniform door alle Lid-Staten worden toegepast; dat daartoe strekkende bepalingen op communautair vlak moeten kunnen worden vastgesteld; dat overigens overeenkomstig Besluit 86/98/EGKS (5)de bestaande communautaire bepalingen die ertoe strekken een uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen, van toepassing zijn op de produkten die onder het EGKS-Verdrag vallen;
Overwegende dat voor het opstellen en het toepassen van deze bepalingen een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie vereist is; dat de tenuitvoerlegging van deze bepalingen snel dient te geschieden, gezien de ernstige economische gevolgen die vertraging ter zake teweeg zou kunnen brengen;
Overwegende dat, ten einde de uniforme toepassing van de gecombineerde nomenclatuur te waarborgen, de Commissie dient te worden bijgestaan door een comité dat verantwoordelijk is voor alle vraagstukken in verband met voornoemde nomenclatuur, het Taric en elke andere nomenclatuur die op de gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd; dat die comité zo spoedig mogelijk vóór het tijdstip waarop de gecombineerde nomenclatuur van toepassing wordt, moet kunnen werken;
Overwegende dat om de draagwijdte van de gecombineerde nomenclatuur te bepalen, dient te worden voorzien in inleidende bepalingen, aanvullende aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken evenals in passende voetnoten;
Overwegende dat het gemeenschappelijk douanetarief niet enkel bestaat uit de conventionele en autonome invoerrechten en de daarop betrekking hebbende heffingselementen die in bijlage I van de onderhavige verordening op basis van de gecombineerde nomenclatuur zijn vastgesteld, maar eveneens uit de tariefmaatregelen in het Taric en in andere communautaire bepalingen;
Overwegende dat bij het vaststellen van de conventionele invoerrechten met de GATT-onderhandelingen rekening dient te worden gehouden;
Overwegende dat de overgang van de oude nomenclatuur naar de gecombineerde nomenclatuur tot moeilijkheden kan leiden wat de toepassing van de oorsprongsregels betreffende sommige preferentiële regelingen aangaat, met name in het geval dat het betrokken derde land niet bij het geharmoniseerde systeem is aangesloten; dat het daarom nodig is om in passende maatregelen te voorzien om deze moeilijkheden te kunnen ondervangen;
Overwegende dat, hoewel de nomenclatuur en de invoerrechten met betrekking tot produkten die onder de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, geen deel van het gemeenschappelijk douanetarief uitmaken, het niettemin dienstig is in deze verordening de conventionele invoerrechten betreffende deze produkten ter informatie op te nemen;
Overwegende dat ingevolge de invoering van de gecombineerde nomenclatuur talrijke communautaire besluiten, inzonderheid op het gebied van de gemeenschappelijke landbouwpolitiek, moeten worden aangepast om met het gebruik ervan rekening te houden; dat deze aanpassingen over het algemeen geen inhoudelijke wijzigingen meebrengen; dat het uit een oogpunt van vereenvoudiging dienstig is dat de Commissie rechtstreeks de nodige technische wijzigingen in de betrokken besluiten kan aanbrengen;
Overwegende dat de inwerkingtreding van deze verordening de intrekking met zich brengt van Verordening (EEG) nr. 950/68 van de Raad van 28 juni 1968 betreffende het gemeenschappelijk douanetarief (6)en van Verordening (EEG) nr. 97/69 van de Raad van 16 januari 1969 betreffende de maatregelen die moeten worden getroffen voor de uniforme toepassing van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2055/84 (8),
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB nr. C 154 van 12.6.1987, blz. 6.
PB nr. C 190 van 20.7.1987.
Advies uitgebracht op 1 juli 1987 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
PB nr. L 263 van 15.9.1986, blz. 74.
PB L 81 van 26.3.1986, blz. 29.
PB nr. L 172 van 22.7.1968, blz. 1.
PB nr. L 14 van 21.1.1969, blz. 1.
PB nr. L 191 van 19.7.1984, blz. 1.