Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 520 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34788)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 520 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34788)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Dividendbelasting / Belastingplicht
Dividendbelasting / Inhoudingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Wet van 20 december 2017 tot wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie van een inhoudingsplicht voor houdstercoöperaties, de uitbreiding van de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting en wijziging van enkele antimisbruikbepalingen in de dividendbelasting en vennootschapsbelasting
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om misbruik van de coöperatie beter te bestrijden en een meer gelijke behandeling in de dividendbelasting van houdstercoöperaties en kapitaalvennootschappen te bewerkstelligen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: