RO 2015/72
Maatschap. Voor persoonlijke aansprakelijkheid van een advocaat op grond van onrechtmatige daad is niet vereist dat hij persoonlijk opdrachtnemer is. (Eiser/verweerders)
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2745
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03391
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921949:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Juridische beroepen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2745, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:711, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑06‑2014
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Maatschap. Aansprakelijkheid. Beroepsfout.
Voor persoonlijke aansprakelijkheid van een advocaat op grond van onrechtmatige daad is niet vereist dat hij persoonlijk opdrachtnemer is.
Samenvatting
Eiser heeft een opdracht tot advisering verstrekt aan de maatschap, in welk verband verweerders 1 en 2, beiden advocaat, werkzaamheden voor eiser hebben verricht. Verweerder 1 was via zijn B.V. maat in de maatschap en verweerder 2 was advocaat in dienstbetrekking van de maatschap. Eiser heeft een bedrag van € 1 miljoen geleend aan Alasco, tot zekerheid waarvan eiser een aantal borgtochten en hypothecaire zekerheid op een perceel grond kreeg. Nadat Alasco en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.