Einde inhoudsopgave
Landsverordening omzetbelasting 1999 [Curaçao]
Artikel 8 [Bijzondere regeling ‘kleine ondernemers’]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2019
- Redactionele toelichting
De belasting die op of na de datum van inwerkingtreding van deze wijziging verschuldigd wordt ter zake van leveringen en diensten die worden verricht vóór deze datum, wordt berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht.
- Bronpublicatie:
29-08-2019, Publicatieblad van Curaçao 2019, 55 (uitgifte: 31-08-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-2019, Publicatieblad van Curaçao 2019, 55 (uitgifte: 31-08-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Op schriftelijk verzoek van de ondernemer kan de Inspecteur ontheffing verlenen voor het voldoen van de belasting indien de ondernemer een natuurlijke persoon is, in het heffingsgebied woont of is gevestigd dan wel aldaar een vaste inrichting heeft, en de ondernemer aannemelijk kan maken dat hij per kalenderjaar een omzet exclusief omzetbelasting zal behalen van NAF. 30 000 of minder.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op de ondernemer die:
- a.
een vermogensbestanddeel exploiteert om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen;
- b.
diensten verricht bestaande uit het gelegenheid geven tot deelname aan loterijen, krasloten, nummerloten, de inleg op nummers en bingo, waarbij de te verkrijgen opbrengsten verschuldigd zijn door de exploitant van deze spelen.
3.
Indien een ondernemer meer dan één bedrijf of beroep heeft of uitoefent, worden deze bedrijven of beroepen voor dit artikel gezamenlijk in aanmerking genomen.
4.
Indien de ondernemer die is ontheven van het voldoen van de belasting in een kalenderjaar een omzet exclusief omzetbelasting heeft behaald van meer dan NAf 30.000,–, dient over het deel van de omzet waarmee het grensbedrag van NAf 30.000,– wordt overschreden belasting te worden voldaan. In dat geval zal de ondernemer voor wat betreft zijn gehele omzet in het daaropvolgende kalenderjaar niet meer in aanmerking komen voor de in het eerste lid bedoelde ontheffing.
5.
De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend bij een voor bezwaar vatbare beschikking en geldt met ingang van het kalenderjaar volgende op het kalenderjaar waarin de ondernemer de Inspecteur schriftelijk om ontheffing heeft verzocht.
6.
Op de ondernemer aan wie de ontheffing, bedoeld in het eerste lid, is verleend, blijven de bepalingen van deze landsverordening en de Algemene landsverordening Landsbelastingen van toepassing.